Door Paul van der Velpen, auteur van Meer gezonde jaren voor iedereen.
Besproken nieuwe beleidsnota:
- Ministerie van VWS, Samenhangende Preventie Strategie, juni 2025, 59 pagina’s, waarvan twaalf over preventie-principes en 47 over zeven onderscheiden omgevingen waarbinnen preventie kan worden ingezet.
Inleiding
Recent presenteerde de toenmalige staatssecretaris van VWS (Karremans) een beleidsnota met de Samenhangende Preventiestrategie (hieronder genoemd: Preventiestrategie). Hierin wordt het belang van preventie – zowel voor het individu (meer kans op een gezond leven) als voor de samenleving (minder druk op de zorg, minder ziekteverzuim) benadrukt. De ambitie sluit aan bij het doel van het Gezond en Actief Leven Akkoord dat VWS met gemeenten, GGD ’en en zorgverzekeraars in 2023 heeft afgesloten: in 2040 een gezonde generatie. Hieronder volgt eerst een samenvatting van de nieuwe nota. Daarna volgt mijn beoordeling ervan plus een aanbeveling.
Van vijf thema’s naar zeven omgevingen voorpreventie
De Preventiestrategie rust op drie leidende principes:
- De gezonde keuze moet de makkelijke keuze zijn.
De keuze (én verantwoordelijkheid) om gezond of ongezond te leven legt de staatssecretaris nadrukkelijk bij het individu. Tegelijkertijd erkent hij dat het momenteel aanzienlijk moeilijker is om een gezonde keuze te maken dan een ongezonde en dat bij verslavende producten keuzevrijheid zeer beperkt is. - Prioriteit voor de jeugd.
Vanwege beperkte middelen ligt de focus op jongeren. Zij zijn extra gevoelig voor het aanleren van (on)gezond gedrag. , Van investeringen in preventie gericht op jeugd profiteren zowel individu als maatschappij het langst. Daarnaast is er aandacht voor risicogroepen, zoals mensen met een beperking of een lage sociaal economische status. Juist bij deze groepen is gezondheidswinst te boeken. - Van thematisch naar omgevingsgericht werken.
In tegenstelling tot het Nationaal Preventieakkoord uit 2018 wordt in deze Preventiestrategie niet meer per thema (meer bewegen, niet roken, minder alcoholgebruik, gezonde voeding en meer ontspanning ) gewerkt, maar per omgeving. De gedachte hierachter is dat maatregelen binnen eenzelfde omgeving elkaar kunnen versterken. De zeven onderscheiden omgevingen zijn: thuis, kinderopvang en school, supermarkten, zorgomgeving en sociaal domein, online leefomgeving, vrijetijdsomgeving en werkomgeving.
De Preventiestrategie kiest voor een brede aanpak. Naast leefstijl is er aandacht voor mentale gezondheid, sociale veiligheid en bestaanszekerheid. Gezondheid is een gedeelde verantwoordelijkheid van verschillende partijen: niet alleen de zorgsector, maar ook gemeenten, scholen, werkgevers en burgers zijn aan zet.
Mijn beoordeling van de Samenhangende Preventiestrategie
De nota is toegankelijk en overzichtelijk opgebouwd: bij elk van de omgevingen worden problemen gesignaleerd, acties (bestaand en nieuw) en doelen genoemd. Tegelijkertijd roept de Preventiestrategie fundamentele vragen op:
- De effectiviteit is onduidelijk. Er is geen overtuigend bewijs dat de voorgestelde acties de gestelde doelen zullen realiseren. Het Rivm concludeerde eerder dat het Nationaal Preventie Akkoord (NPA), waar de Preventiestrategie op voortbouwt, tekort schiet. Deze inzichten worden nu niet meegenomen. Bovendien wordt voorbijgegaan aan lessen uit de afgelopen veertig jaar waarin talloze beleidsinitiatieven om de preventie te versterken zijn gestrand.
- VWS blijft veel verwachten van de 342 gemeenten, terwijl zij vaak machteloos staan tegenover structurele bedreigingen van de volksgezondheid, zoals fastfoodketens, tabaksmarketing, ultra bewerkt voedsel en online platforms. Wet- en regelgeving is hiervoor essentieel, maar in de Preventiestrategie worden slechts drie wetswijzigingen aangekondigd:
- Een verbod op kindermarketing (vanaf 2026);
- Een wetsvoorstel dat gemeenten die dat willen de mogelijkheid biedt om in een schoolomgeving jongeren beter in staat te stellen de gezonde keuze te maken;
- Aangescherpte wet- en regelgeving rond alcoholverstrekking.
- VWS blijft ook veel verwachten van vrijwillige afspraken met commerciële partijen, ondanks eerdere mislukkingen. De zelfregulering van zout-,vet- en suikergehaltes in producten onder minister Schippers heeft nauwelijks resultaat opgeleverd.
- In de Preventiestrategie wordt niet gekozen voor gezondheidsbescherming, voor wet-en regelgeving, maar wordt ingezet op gezondheidsbevordering: het geven van voorlichting, advies, tips. Dat blijkt uit het aantal acties dat daarop is gericht en uit het voornemen om de jeugd prioriteit te geven: “Jongeren zijn namelijk in het bijzonder vatbaar voor het aanleren van zowel gezonde als ongezonde gewoonten, en deze preventiestrategie heeft tot doel juist die gezonde gewoonten te bevorderen”. Dit is een merkwaardige redenering. Juist die kwetsbaarheid pleit voor gezondheidsbescherming in plaats van vrijblijvende voorlichting. Verboden op de verkoop van alcohol of sigaretten aan jongeren zijn daar goede voorbeelden van – zulke beschermende maatregelen zouden breder toegepast moeten worden.
- Het gevolg van decentralisatie is niet alleen dat van gemeenten gezondheidsbescherming wordt verwacht die ze niet kunnen waarmaken, maar het heeft ook geleid tot een enorme versnippering en vrijblijvendheid in het (gemeentelijk) preventiebeleid, aldus o.a.de Raad voor de Volksgezondheid. In de Preventiestrategie wordt dit als probleem niet gesignaleerd en dus ontbreken ook passende oplossingen.
AZWA biedt een bestuurlijke verankering
Hoewel de Preventiestrategie belangrijke tekortkomingen kent, hoeft ze niet direct te worden afgeschreven als het zoveelste ineffectieve preventie-beleidsdocument in de afgelopen veertig jaar. Er is op dit moment meer aandacht voor preventie dan in voorgaande jaren – ook al is die aandacht deels kosten gedreven (vermindering van zorggebruik). De impact en relevantie van de Preventiestrategie kan worden vergroot door de Preventiestrategie binnen het AZWA uit te voeren. Het Aanvullend Zorg en Welzijnsakkoord (AZWA) heeft VWS, ook in juni, afgesloten met een groot aantal partijen (onderhandelaarsakkoord). In het nummer van 8 augustus ging de redactie van de Nieuwsbrief al uitgebreid op dit akkoord. Klik hier en hier voor de artikelen. Het AZWA beoogt preventie en welzijn een structurelere plek te geven. Alle betrokken partijen onderkennen dat de druk op de zorg alleen kan verminderen, door preventieve maatregelen buiten de zorg, o.a.in het gemeentelijk sociaal domein.
In 31 zorgkantoor-regio’s zijn vele partijen betrokken bij de uitvoering van het IZA en het AZWA, o.a. bij het opstellen van transformatieplannen. Het inbrengen van de Preventiestrategie in IZA- en het AZWA-traject heeft vele voordelen:
1. Omgevingsvisie als waardevolle toevoeging
In de Preventiestrategie wordt vertrokken vanuit omgevingen. Dat is een goede aanvulling, want die omgevingsvisie ontbreekt binnen het AZWA. Aan de zeven omgevingen die in de Preventiestrategie worden genoemd, moet wel een achtste worden toegevoegd: de fysieke omgeving. Dit is geen pleidooi om van het AZWA-traject een Poolse landdag te maken, maar wel om vanuit AZWA afspraken te maken wie (landelijke overheid?) maatregelen gaat nemen richting commerciële sector om te voorkomen dat preventie dweilen wordt met de commerciële kranen wagenwijd open
2. Dubbelingen verdwijnen
In zowel Preventiestrategie als bij AZWA wordt belang gezien om het beleid te baseren op wetenschappelijk onderzoek. Een citaat: Kennis vanuit de wetenschap en de praktijk helpt ons bij deze omgevingsaanpak in de vorm van een adviesraad, zodat we echt stappen vooruit zetten en doen wat werkt.(…) Het RIVM gaat aan de slag met deze adviesraad en een monitor waarbij we experts vanuit wetenschap en praktijk vetrekken en naar het systeem als geheel kijken. Die wetenschappelijke ondersteuning van Preventiestrategie als het AZWA, kan het best gecombineerd worden.
3. Bouwen aan betere sturing
Een van de zwakke punten in het Nederlandse preventie-landschap is al jaren de versnippering en vrijblijvendheid. In tegenstelling tot de Preventiestrategie is daar wel aandacht voor in het AZWA. Zo wordt er voorgesteld om basisfunctionaliteiten vast te stellen die in elke gemeente worden aangeboden.
Binnen het AZWA wordt stap voor stap een vorm van sturing opgebouwd. De regie ligt bij het Bestuurlijk Overleg IZA. In de Preventiestrategie kondigt de staatssecretaris aan dat hij bestuurlijk vinger aan de pols wil houden door het instellen van “Landelijk voortgangsoverleg over de preventiestrategie”. Dat zou gecombineerd kunnen worden, ook omdat het voor een (groot) deel gaat om hetzelfde ministerie en dezelfde partners. Een van de grootste uitdagingen wordt om domein-overstijgende financiering te ontwikkelen, want dat is cruciaal voor een betere sturing.
4. Werken per omgeving
In de Preventiestrategie worden werkgroepen per omgeving gevormd. Dat is een interessante bijdrage aan het AZWA, omdat het grote risico van het AZWA is dat de meeste tijd en aandacht gaat naar de interne overleggen. Het risico van een groot praat-en overleg circus, met nauwelijks aandacht voor de omgevingen waarbinnen burgers functioneren ligt op de loer. Door de Preventiestrategie onderdeel te maken van het AZWA-traject wordt het misschien ook makkelijker om zwaktes die in beide trajecten voorkomen weg te werken.
5. Betere relatie met hervormingsagenda Jeugd
Zowel in AZWA als de Preventiestrategie is sprake van een zwakke relatie met het traject hervormingsagenda jeugd. VWS, gemeenten en andere partijen die hierbij betrokken zijn willen dat minder kinderen/gezinnen instromen in jeugdzorg, willen de jeugdzorg verbeteren, en de kosten verlagen. Gezien het doel van de Preventiestrategie, een gezonde jeugd in 2024, is een sterke relatie met de hervormingsagenda jeugd noodzakelijk. Maar dat geldt ook voor het AZWA omdat daarin programma’s als Kansrijke Start en ketenaanpak overgewicht kinderen een belangrijke plek hebben. Focus op jeugd, betekent ook focus op opvoeders. Opvoeders zijn voor de jeugd namelijk de belangrijkste omgeving. Dus is investeren in opvoedingsondersteuning heel relevant. Opvoedondersteuning is wettelijk een gemeentelijke taak, maar nergens staat omschreven wat het concreet inhoudt. Dat zorgt er voor dat opvoedingsondersteuning heel zwak is. Een oplossingsrichting is om:
- opvoedingsondersteuning binnen het AZWA te benoemen als basisfunctionaliteit
- op basis van wetenschappelijk onderzoek te bepalen wat effectieve preventie interventies zijn en
- wettelijk vast te leggen welke opvoedingsondersteuning in elke gemeente moet worden aangeboden.
6. Meer aandacht voor slimme communicatie
In zowel de Preventiestrategie als het AZWA komt de communicatie met burgers er bekaaid vanaf. Het helpt niet om de voordelen van preventie voor de maatschappij (minder overgewicht, minder instroom in de zorg, minder kosten zorg, minder ziekteverzuim) te gebruiken in de communicatie richting burgers. Zeker niet als diezelfde burger 24 uur per dag via (sociale) media wordt bestookt met communicatie vanuit marketingafdelingen van commerciële bedrijven. Als de communicatie niet slim gebeurt is er zelfs het risico van blaming the victim. Het leidt af van de verantwoordelijkheid die andere partijen (bedrijven, overheden, zorg etc) hebben. In de communicatie, ook als er sprake is van preventiemaatregelen die de individuele vrijheid beperken (zoals een mogelijke plicht om een fietshelm te dragen) is het beter om aan te sluiten bij de drijfveren van mensen. Volgens stevig wetenschappelijk onderzoek hebben mensen drie drijfveren (verbondenheid, competentie, autonomie), daar zit behoefte aan gezondheid niet bij. Op zich geen probleem, want het is de kunst om met de communicatieboodschap op een of meer van deze drie aan te sluiten. Dat doen de marketingafdelingen van commerciële bedrijven dagelijks. Hierbij is gezondheid geen einddoel maar een middel om ergens bij te horen, om de eigen competenties te verhogen of je eigen leven te leiden.
Kortom
In de Preventiestrategie wordt een landelijke preventietop aangekondigd in het voorjaar van 2026, waar VWS met alle partners preventiemaatregelen wil bespreken en afspraken wil maken. Punt 1 op de agenda lijkt me: voeg Preventiestrategie samen met het AZWA-traject.
Zoektermen voor internet
Paul van der Velpen, preventie, jeugd, Preventiestrategie, AZWA, gezonde keuze, omgevingsgericht werken