Door Guus Schrijvers, redacteur.
Besproken dissertatie: Roekel, H van, Working on Well-being Using Empowerment and Behavioral Insights as Leadership Approaches to Improve the Well-being of Healthcare Employees, PhD thesis, Utrecht University, 2024
Achtergrond van de studie
Zorgmedewerkers zijn van onschatbare waarde voor zorgorganisaties. In Nederland draagt hun werk bij aan een relatief goed functionerend gezondheidszorgsysteem en een goede volksgezondheid. Het welzijn van zorgmedewerkers wordt echter steeds meer op de proef gesteld. Een opeenstapeling van werkeisen, zoals lange werktijden en hoge emotionele lasten, gaat gepaard met hogere risico’s op burn-out. In dit proefschrift wilden we ons begrip van het welzijn van zorgmedewerkers verdiepen en strategieën ontwikkelen die het welzijn kunnen helpen verbeteren. In de literatuur zijn verschillende hulpbronnen geïdentificeerd die een positieve invloed hebben op het welzijn. Eén van de belangrijkste hulpbronnen is leiderschap. De afgelopen jaren hebben wetenschappers nieuwe benaderingen van leiderschap ontwikkeld. In dit proefschrift hebben we twee van deze benaderingen bestudeerd: empowerment en gedragsinzichten. Eerst hebben we empowerment bestudeerd. Volgens sommige wetenschappers zijn medewerkers vaardiger en deskundiger dan ooit tevoren. Daarom pleitten zij voor emancipatie van de beroepsbevolking. Leiders moeten een stap terug doen en medewerkers empoweren. Zo wordt leiderschap een gezamenlijke onderneming van leiders en medewerkers.
Ten tweede evalueerden we het potentieel van gedragsinzichten. Dit is gebaseerd op het idee dat mensen beperkte besluitvormingsmogelijkheden hebben. Bij onze beslissingen zorgt begrensde rationaliteit ervoor dat we voorspelbare fouten maken. Als reactie daarop hebben wetenschappers theorieën en interventies ontwikkeld op basis van empirisch bewijs van hoe menselijke cognitie werkt. Leiders kunnen deze gedragsinzichten gebruiken om medewerkers te stimuleren beslissingen te nemen die hun welzijn verbeteren. Een voorbeeld is dat leiders kunnen communiceren dat ze minder gaan emailen, wat een nudge is voor werknemers om te volgen.
Onderzoeksvragen
Onderzoeksvraag 1: Hoe kunnen we ons inzicht in het welzijn van zorgmedewerkers verdiepen?
Onderzoeksvraag 2: Hoe kunnen leiders empowerment gebruiken om bij te dragen aan het welzijn van zorgmedewerkers?
Onderzoeksvraag 3: Hoe kunnen leiders gedragsinzichten gebruiken om bij te dragen aan het welzijn van zorgmedewerkers?
Onderzoeksvraag 1: Hoe kunnen we ons inzicht in het welzijn van zorgmedewerkers verdiepen?
Hoofdstuk 2 en 3 beantwoorden deze onderzoeksvraag. In een enquête onder 7.208 zorgmedewerkers onderzoekt hoofdstuk 2 of zorgmedewerkers die met COVID-19-patiënten werkten een lager welzijn ervoeren dan andere zorgmedewerkers. Ook onderzochten we welke persoonlijke en werkkenmerken de verschillen verklaren binnen de groep zorgmedewerkers die met COVID-19-patiënten werken. We ontdekten dat zorgmedewerkers die in direct contact staan met COVID-19-patiënten meer slaapproblemen en meer fysieke uitputting rapporteerden. Bovendien, binnen die groep zorgmedewerkers rapporteerden zij die vrouw zijn, alleen wonen, geen leiderschapsrol hebben of niet over voldoende beschermingsmiddelen beschikken een lager welzijn. Terwijl de fysieke uitputting hoger was onder oudere zorgmedewerkers, was de mentale uitputting hoger onder jongere zorgmedewerkers. Deze resultaten benadrukken het belang van adequate ondersteuning en pleiten ervoor om rekening te houden met de specifieke omstandigheden van de individuele zorgmedewerker.
In dit hoofdstuk 3 hebben we textmining geïntroduceerd als een methode om het welzijn van medewerkers te bestuderen. We hebben twee enquêtes (onder 5.591 en 4.470 medewerkers) gebruikt om door middel van textmining de zelfgeschreven verhalen van zorgmedewerkers te classificeren in hoge of lage bevlogenheid. We ontdekten dat psychologische kenmerken—zoals positieve en negatieve emoties—een nauwkeurigheid van 60% hebben bij het classificeren. Door de tekstkenmerken te analyseren die bijdragen aan classificatie, konden we ons begrip van bevlogenheid verdiepen door de literatuur te valideren, uit te breiden of in twijfel te trekken. We hebben de literatuur bijvoorbeeld uitgebreid door aan te tonen dat bevlogenheid een taalkundige component heeft: zeer bevlogen medewerkers gebruikten vaker de eerste persoon meervoud (‘wij’).
Onderzoeksvraag 2: Hoe kunnen leiders empowerment gebruiken om bij te dragen aan het welzijn van zorgmedewerkers?
Empowerend leiderschap tijdens een crisis.
In deze studie combineerden we een longitudinaal onderzoek (n = 468) met administratieve gegevens over de COVID-19-ziekenhuisopnamecijfers in alle provincies in een natuurlijk experiment. We onderzochten of het positieve effect van empowerend leiderschap op het welzijn van zorgmedewerkers aanwezig zou zijn tijdens de crisis. We ontdekten dat voor de motivationele en cognitieve dimensies van welzijn het effect van empowerend leiderschap niet varieert tijdens een crisis. Voor de energetische dimensie (bijvoorbeeld mentale uitputting) is het versterken van leiderschap echter minder effectief in een crisis en kan het zelfs het welzijn van medewerkers schaden. Deze bevindingen laten zien dat empowerend leiderschap negatieve effecten kan hebben in specifieke contexten.
Hoofdstuk 5: Gedeeld leiderschap en medewerker bereidheid
In een experiment onder 6.742 zorgmedewerkers vroegen we hen om leiderschapsgedrag te evalueren dat ze in een gedeelde leiderschapsrol zouden kunnen uitvoeren. We ontdekten dat een aanzienlijk deel van de medewerkers bereid was gedeeld leiderschap uit te voeren. We zagen ook dat de bereidheid afhankelijk was van drie aspecten. Ten eerste het leiderschapsgedrag dat medewerkers zouden moeten uitvoeren: leiderschapsgedrag gericht op relaties of verandering was populairder dan extern of taakgericht gedrag. Bovendien gaven medewerkers de voorkeur aan gedrag dat minder uren in beslag neemt en anderen ten goede komt. Ten tweede hing de bereidheid af van de persoon aan wie de vraag werd gesteld: mannelijke of jongere medewerkers waren meer bereid dan vrouwelijke of oudere medewerkers. Ten derde hing de bereidheid af van de context waarin ze zich bevonden: medewerkers waren meer bereid om gedeeld leiderschap uit te oefenen tijdens een crisis.
Onderzoeksvraag 3: Hoe kunnen leiders gedragsinzichten gebruiken om bij te dragen aan het welzijn van zorgmedewerkers?
Hoofdstukken 6 en 7 beantwoorden deze onderzoeksvraag. Via een enquête-experiment (n = 11.728) gaat hoofdstuk 6 in op het nut van motivatie-activatie als een interventie om de bereidheid tot het melden van misstanden te vergroten. Uit een recent onderzoek is gebleken dat dit kan werken. Het gaat er in dit experiment om het begrip van de mechanismen van dergelijke gedragsverandering te vergroten door twee soorten motivatie (motivatie voor publieke dienstverlening en prosociale motivatie) en twee soorten meldingen (het melden van collega’s of patiënten) te vergelijken, Mijn collega’s en ik ontdekten dat beide motivaties de bereidheid om misstanden te melden kunnen vergroten bij patiënten, maar niet bij collega’s. De effecten die we vonden waren significant, maar klein. Bovendien ontdekten we dat het activeren van prosociale motivatie succesvoller was voor respondenten met een lager niveau van die motivatie.
Autonomiebehoudende nudges om emailgebruik te reduceren
Met een enquête-experiment (n = 4.112) en een quasi-veldexperiment (n = ±1.189) hebben mijn collega’s en ik onderzocht of nudges—subtiele stimuli om gedrag te veranderen— autonomiebehoudende en effectieve hulpmiddelen kunnen zijn om het emailgebruik onder zorgmedewerkers te verminderen. We hebben drie nudges ontwikkeld: een opinieleider nudge, een vuistregel nudge, en zelf-nudges. We ontdekten dat medewerkers de nudges als autonomiebehoudend en effectief beschouwden. Medewerkers gaven ook de voorkeur aan nudges boven traditionele beleidsinstrumenten zoals een financiële beloning. Bovendien hebben we enig bewijs gevonden dat het daadwerkelijke emailgebruik daalde in de zorgorganisatie waar we de nudges hebben getest. Dit toont aan dat innovatieve nudges zowel autonomiebehoudend als effectief kunnen zijn.
Kortom
Dit proefschrift beschrijft meerdere concrete hulpmiddelen om het welzijn van medewerkers beter te meten (bijvoorbeeld door gebruik te maken van textmining) en om empowerment (gedeeld leiderschapsgedrag uitvoeren bijvoorbeeld) en gedragsinzichten (het testen van allerlei typen nudges) te gebruiken in een leiderschapsbenadering. Hopelijk dragen de inzichten in dit proefschrift bij aan gezonder werk in de gezondheidszorg. Het welzijn van patiënten en cliënten in zorgorganisaties is ondenkbaar zonder passende zorg voor het welzijn van de medewerkers zelf.
Zoektermen voor internet
Guus Schrijvers, zorgprofessionals, leidinggeven, autonomiebehoudende nudges, Henrico van Roekel, welzijn, werkklimaat, empowerment, gedragsinzichten