Door Guus Schrijvers, redacteur.
Besproken dissertatie: S.J. van de Hei, The digital revolution in asthma care: unlocking the potential of smart inhalers PhD-thesis, Groningen University, December 2024
Geavanceerde inhalatoren met software zijn te verbinden met een smartphone. Zij geven inzicht over de pufjes aan patiënten en zorgverleners. Ze kunnen ook herinneringen, educatieve en motiverende berichten sturen en feedback geven over inhalatietechniek. Susanne van der Hei deed promotieonderzoek hiernaar. Hieronder volgt een samenvatting daarvan, die de redactie maakte. Zij kortte hiervoor de Nederlandse samenvatting in het proefschrift in door referenties en besprekingen van andere studies weg te laten evenals beschrijvingen van de gebruikte onderzoeksmethoden. Hiervoor verwijst de redacteur naar de oorspronkelijke dissertatie. De redacteur voegde hier en daar bij vaktermen verklarende hyperlinks toe.
Waarom deze dissertatie?
Astma is een longziekte die wordt gekenmerkt door een chronische ontsteking van de luchtwegen, bronchiale hyperreactiviteit en exacerbaties, en treft ongeveer 300 miljoen mensen wereldwijd. De diagnostiek is echter niet eenduidig: in de praktijk komt het vaak voor dat astma zowel onder- als over gediagnosticeerd wordt. Zowel medicamenteuze als niet-medicamenteuze behandelingen worden toegepast, waarbij de eerste voornamelijk bestaan uit inhalatiemedicatie. Bijna de helft van de patiënten met astma heeft zijn of haar astma suboptimaal onder controle, wat gepaard gaat met meer symptomen, een groter risico op exacerbaties, een verminderde kwaliteit van leven en een toename van zorggebruik. Naast klinische gevolgen zorgt dit voor meer kosten, primair als gevolg van de noodzaak tot extra medicatie, zorggebruik en werkverzuim. Therapieontrouw is een belangrijke factor die kan leiden tot suboptimaal effect van de astmabehandeling. Deze is in de praktijk over het algemeen laag, variërend van 14 tot 52%. Er zijn verschillende methoden om therapietrouw te meten, zoals zelfrapportage, vragenlijsten, apotheekuitgiftes en het wegen van inhalatoren. Een relatief nieuwe, objectievere methode is het gebruik apparaatjes die geïntegreerd zijn in inhalatoren en die inhalatiegebruik real-time elektronisch monitoren. Hiermee is therapieontrouw objectiever vast te stellen. Een nieuwe innovatie als slimme inhalatoren brengt kosten met zich mee, maar kan mogelijk andere kosten, zoals zorgkosten en werkverzuim verlagen. Daarom is het belangrijk dat ook kosteneffectiviteit in kaart wordt gebracht.
Doel van dit proefschrift
Voordat slimme inhalatoren volledig kunnen worden geïntegreerd in de dagelijkse klinische praktijk zijn er nog veel vragen die beantwoord moeten worden. In dit proefschrift komen zeven onderzoeksvragen aan bod:
- Wat is de kwaliteit van spirometrie in de eerstelijnszorg?
- Welke interventies zijn effectief gebleken in het verbeteren van therapietrouw bij astma en wanneer moet welke interventie worden toegepast?
- Wat is de effectiviteit van slimme inhalatoren op therapietrouw en klinische uitkomsten bij patiënten met astma in een eerstelijns setting?
- Welke groepen van patiënten hebben het meeste baat bij het gebruik van slimme inhalatoren?
- Zijn slimme inhalatorprogramma’s bruikbaar en acceptabel vanuit het perspectief van patiënten met astma en zorgverleners?
- Wat zijn de bevorderende en belemmerende factoren bij de implementatie van slimme inhalatoren?
- Zijn digitale inhalatoren kosteneffectief?
Vraag 1. Kwaliteit spirometrie?
In hoofdstuk 2 is de kwaliteit en klinische bruikbaarheid van spirometrie in huisartspraktijken geëvalueerd. Huisartsen en longartsen stelden een diagnose op basis van spirometrietesten in combinatie met klinische informatie en beoordeelden de klinische bruikbaarheid van de testen. Er was een lage overeenstemming over de respiratoire diagnose tussen huisarts en longartsen, maar ook tussen longartsen onderling. Longartsen en huisartsen beoordeelden meer dan 87% van de spirometrietests als klinisch bruikbaar, terwijl slechts 13% van de spirometrietesten voldeed aan de ATS/ERS kwaliteitscriteria.
Vraag 2. Welke interventies zijn effectief?
In hoofdstuk 3 is een review uitgevoerd naar bestaande therapietrouw-bevorderende interventies voor volwassenen met astma en/of COPD. De in de literatuur beschreven effectieve interventies werden ingedeeld in zeven groepen, namelijk:
- Het sturen van herinneringen,
- Educatieve interventies,
- Motiverende strategieën,
- Feedback over medicatiegebruik,
- Samen beslissen,
- Het vereenvoudigen van het medicatievoorschrift en
- Interventies met meerdere van de eerder beschreven componenten.
Er werd een toolkit ontworpen waarin de gevonden effectieve interventies werden geïntegreerd en gekoppeld aan de vragen van de Test of Adherence to Inhalers (TAI) vragenlijst.
Vragen 3 en 4. Effectiviteit slimme inhalatoren?
Hoofdstuk 4 beschrijft het protocol voor de gerandomiseerde ACCEPTANCE-studie, waarin de effectiviteit van slimme inhalatoren op onder andere therapietrouw en astmacontrole na 12 maanden werd onderzocht. Daarbij werd de slimme inhalator vergeleken met een groep die gebruikelijk zorg kreeg.
Hoofdstuk 5 beschrijft de resultaten van het ACCEPTANCE-onderzoek. Therapietrouw verbeterde in de slimme inhalatorgroep in de eerste maanden. Dit verschil nam af in de loop van de tijd, en aan het einde van het onderzoek (12 maanden) was er geen significant verschil in therapietrouw tussen de groepen. De astmacontrole bleek echter beter te zijn in de interventiegroep vergeleken met de controlegroep gedurende het hele onderzoek. De houding ten opzichte van astma, zelfeffectiviteit en opvattingen van patiënten over astmamedicijnen hadden geen significante invloed op de impact van de interventie op therapietrouw en astmacontrole.
Vraag 5 en 6. Accepteren patiënten en professionals slimme inhalatoren?
De percepties van alle stakeholders omtrent de implementatie van slimme inhalatoren in het Nederlandse zorgsysteem werden onderzocht in hoofdstuk 6. Vijf thema’s werden geïdentificeerd, die 32 verwachte bevorderende factoren en 14 verwachte belemmeringen omvatten. Belangrijke factoren die aangepakt zouden moeten worden vóór grootschalige implementatie plaatsvindt, zijn onder andere het gebrek aan bewijs van klinische effectiviteit van slimme inhalatoren, gebruiksvriendelijkheid, de huidige workflow binnen zorgorganisaties, het gebrek aan compatibiliteit, het ontbreken van vergoedingsregelingen en de onduidelijkheid over databeveiliging en over wie toegang heeft tot data. Met betrekking tot de vergoeding van slimme inhalatoren spelen kosteneffectiviteitsanalyses een fundamentele rol.
Vraag 7. Zijn digitale inhalatoren kosteneffectief?
Een praktische gids over kosteneffectiviteitsanalyses voor zorgverleners wordt gepresenteerd in hoofdstuk 7. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd waarom een economische evaluatie nodig is zodra een interventie effectief blijkt te zijn. Ook wordt het basisconcept van kosteneffectiviteitsanalyses beschreven.
De gemodelleerde lange termijn kosteneffectiviteit van slimme inhalatoren bij patiënten met moeilijk te behandelen astma wordt beschreven in hoofdstuk 8. Er werd een Markov-model ontworpen en gevalideerd, en de data van de INCA Sun studie werden opgenomen in het model. Lange-termijnkosteneffectiviteit van slimme inhalatoren werd aangetoond, met kostenbesparingen tussen de €3.207 (tijdshorizon en interventieduur van één jaar) en €26.309 (tijdshorizon en interventieduur van 10 jaar) per patiënt. De lange termijn kostenbesparingen werden voornamelijk gedreven door een lager aandeel patiënten dat biologicals nodig heeft door optimalisatie van medicatietrouw en inhalatietechniek.
Conclusie
Het implementeren van innovaties zoals slimme inhalatoren in het zorgsysteem kent verschillende belemmeringen. De onderzoeken die beschreven worden in dit proefschrift demonstreren de effectiviteit en het kostenbesparende potentieel van slimme inhalatoren. Dit zijn twee belangrijke uitkomsten die de implementatie van slimme inhalatoren kunnen bevorderen. Toekomstige onderzoeken zullen zich moeten richten op
- Het verbeteren van de gebruiksvriendelijkheid,
- Het definiëren van doelgroepen voor het gebruik van slimme inhalatoren,
- En het uitvoeren van meer lange termijn kosteneffectiviteitsanalyses en implementatiestudies.
Voor een succesvolle implementatie is het noodzakelijk dat het zorgsysteem overstapt naar een hybride zorgmodel. Dit vereist onder andere veranderingen in werkafspraken en protocollen, de ontwikkeling van nieuwe vergoedingsmodellen, het verzekeren van compatibiliteit van slimme inhalatoren met elektronische patiëntendossiers, en het verbeteren van regels voor datagebruik en privacy.
Zoektermen op internet:
Guus Schrijvers, Susanne van de Hei, astma, inhalatoren, therapietrouw, patiëntaspecten, digitalisering, dissertatie