Door Paul van der Velpen en Guus Schrijvers.
De invloed van meer bewegen op de volksgezondheid is aanzienlijk. Het gezondheidseffect is relatief het grootst wanneer mensen hun leefstijl veranderen van “helemaal niet bewegen” naar een “beetje bewegen”, zoals een uur per week (stevig wandelen). Op basis van jarenlang onderzoek concludeert epidemioloog Jeremey Morris dertig jaar geleden dat het stimuleren van bewegen de “best buy” is voor de preventie van hart- en vaatziekten. Bewegen heeft ook een duidelijk positief effect op de mentale gezondheid. Niet iedereen moet uren naar de sportschool. Maar veel mensen die nu niet aan de beweegrichtlijnen voldoen moeten minder zitten en meer bewegen vervlechten in hun dagbesteding. (2,5 uur per week matig bewegen). Voor veel mensen betekent dit dat l uur meer stevig wandelen per week al een groot verschil zal maken.
Niet alleen een verslechtering van de volksgezondheid (meer mensen met overgewicht, meer mensen met een chronische aandoening) baart zorgen, maar ook de stijging van de zorgkosten doet dat. Een recente factsheet van het Kenniscentrum Sport en Bewegen rekent voor hoeveel op de zorgkosten is te besparen als meer senioren (iets) meer zouden bewegen. Wanneer alle 55-plussers die nog niet aan de beweegrichtlijnen voldoen, dit wel gaan doen, kan dit landelijk mogelijk 9,5 tot 14,4 miljard euro aan zorgkosten besparen over de rest van hun leven.
Interessante cijfers, maar er ontbreekt informatie over HOE dat kan worden gerealiseerd? Aan wie kunnen we deze vraag beter voorleggen dan aan Erik Scherder, hoogleraar klinische neuropsychologie. Via publicaties, Tv-optredens, adviezen aan diverse ministeries en deelname aan de Nederlandse Sportraad, is hij al jaren een pleitbezorger voor meer bewegen.
Wat vind je van het huidige beleid om bewegen te stimuleren?
ES: “Het preventieakkoord is mislukt. Daarin lag het accent op preventie door individuele mensen te motiveren. Ondanks alle initiatieven in de afgelopen 20 jaar voldoen niet meer mensen aan de beweegnorm, en is het aantal mensen met obesitas zelfs aan het stijgen. Je zou kunnen zeggen dat zonder preventie-akkoord het nog erger was geweest, maar overall is het effect veel te weinig. Dat hebben we gezien tijdens de COVID-pandemie. Degenen die op de IC terecht kwamen zijn vooral mensen uit achterstandswijken die overgewicht hebben en inactief zijn.” De verantwoordelijkheid werd en wordt volledig bij individuen gelegd. De overheid, scholen en bedrijven blijven buiten schot, terwijl zij maatregelen moeten nemen. Ik kies niet meer voor preventie door gezondheidsbevordering, maar heb het liever over gezondheidsbescherming. Omdat je dan ook als overheid verplicht bent om mee te doen en maatregelen neemt.”
Aan welke maatregelen denk jij voor kinderen en jongeren?
ES “Voor kinderen en jongeren is de school een belangrijke omgeving. Haal kinderen als ze een half uur hebben gezeten drie minuten uit het stoeltje. Dat is wat ik doe hier tijdens de colleges. Het gezondheidseffect is echt goed. Meerdere studies tonen dat aan. Gewoon top-down: elk kind in Nederland elk half uur 3 minuten bewegen. Dat moet je dan wel goed uitleggen. Er zijn ook programma’s als bewegen in de klas, bewegen in combinatie met lessen als taal en rekenen. Of de daily mile. Kost allemaal nauwelijks extra geld.
Je zou scholen de verplichting op moeten leggen dat ze zorgen dat kinderen, jongeren die aan hen zijn toevertrouwd op elke schooldag aan de beweegnorm voldoen. Hóé ze dat doen kunnen ze zelf regelen, maar dat ze het moeten doen moet je als overheid gewoon opleggen én goed uitleggen. Meer bewegen in school zal ook een positieve invloed hebben op de cognitieve ontwikkeling van kinderen, hun rekenen”
Welke maatregelen gericht op volwassenen zouden genomen moeten worden?
ES “Voor volwassenen is het werk een cruciale omgeving. Een groot deel daarvan is na de covid-pandemie nog hybride aan het werken. Het aantal kantoorruimtes is verminderd, meer mensen zijn vaker gaan thuiswerken, en er wordt meer video-gebeld. Iedereen holt er achteraan, maar denkt niet na over de consequenties voor de volksgezondheid. Bedrijven kunnen kosten besparen, individuele medewerkers kunnen een half uurtje langer in bed liggen. Het lijkt een win-win voor iedereen. Maar dat is het natuurlijk niet. Als je de hele dag zit, word je niet alleen zwaarder maar ook je immuunsysteem verslechtert. Er is een hele kleine groep die middags gaat sporten, Maar de grootste groep ploft neer en blijft zitten. De gezondheid van medewerkers in werkomgeving moet worden beschermd tegen deze ontwikkeling. De Arbo-wetgeving moet hierop worden afgestemd.”
Zouden meer bedrijven hun werknemers een vitaliteitsprogramma moeten aanbieden, met adviezen over gezonde voeding, meer bewegen, stoppen met roken en mentale belasting?
ES “Op zich is er niets mis mee om dat te doen, maar het zet te weinig zoden aan de dijk omdat op dit moment met die programma’s alleen medewerkers worden bereikt die al voldoende bewegen, gezond eten etc. Het gaat erom dat je de mensen bereikt die vitaliteitsprogramma’s vooral nodig hebben. Ik was laatst is te gast bij een groot bedrijf om een lezing te geven. Degene die me ontving zei: Erik, we hebben het fantastisch voor elkaar. We hebben ons bedrijf verplaatst naar een locatie net naast het station. De mensen kunnen nu vanuit de trein zo achter hun bureau gaan zitten. Want ja, wij willen die werknemers houden en wij maken het ze zo comfortabel mogelijk. Toen zei ik, nou, dat wordt een leuke lezing, want ik zal u vertellen dat u het bedrijf een half uur verderop had moeten zetten. Dan hadden medewerkers naar hun werk kunnen lopen of fietsen. Nu doet u echt niet iets goeds voor hun gezondheid. Ze zagen wel in dat dit precies de verkeerde keuzes zijn.”
Walking meetings verplicht stellen
ES “Ik ben ook wars van “bij ons staat er een fruitschaal op kantoor” of “in de kelder is een fitnessruimte, dus we zijn goed bezig”. Dat is echt niks waard als er verder niets gebeurt. Een bedrijf zou moeten kiezen voor het uitgangspunt dat bedrijf en werknemer samenwerken aan gezondheid: u kunt bij ons komen werken als u zelf ook wilt voldoen aan de beweegnorm, en dat gaan wij als bedrijf faciliteren. Je moet, hoe rot het ook klinkt, een aantal zaken verplicht stellen. Gewoon zeggen: ik wil als bedrijf minder burn-out, minder ziekteverzuim. Ik investeer in uw gezondheid en dat doen we op die en die manier, b.v. we verplichten walking meetings, we willen voortdurend beweging van onze medewerkers zien. Als je bij ons komt werken verwachten we dat ook van jou. Nu zijn bedrijven mensen alleen maar aan het paaien.”
Welke preventieve maatregelen zouden genomen moeten worden voor ouderen?
ES “Aan Martin van Rhijn heb ik wel eens, toen hij staatssecretaris was, de vraag gesteld: waarom wordt er door VWS veel geld in me gestoken als ik eigenlijk alleen nog maar op bed in een verpleeghuis kan liggen, maar is er geen geld in de fase dat ik nog vitaal ben om te zorgen dat ik zo lang mogelijk vitaal blijf?” Want dat is de grote makke van het huidige beleid. Je zou je ook echt serieus de vraag kunnen stellen of het wegbezuinigen van de verzorgingshuizen wel zo’n goed idee is geweest. Dit was gewoon pure kostenbesparing zonder dat is nagedacht over de gevolgen voor de volksgezondheid. Als iemand driehoog achter woont, is kans op weinig bewegen en sociaal isolement veel groter dan in een verzorgingshuis.”
Je wijst vooral op algemene maatregelen, gericht op totale bevolkingsgroepen. Zie je ook mogelijkheden voor selectieve preventie, gericht op mensen met een verhoogd risico? Er is nu een relatief fiks budget uitgetrokken voor valpreventie, omdat uit onderzoeken blijkt dat dit kan leiden tot minder instroom in de zorg.
ES “Ik zie altijd mogelijkheden. Maar dan zul je vooral moeite moeten doen om mensen met laag inkomen te bereiken. Daar ligt een taak voor gemeenten. Maar ik merk niet dat door gemeenten hier stevig en effectief op wordt ingezet. Er worden geen maatregelen genomen die het verschil maken. Het blijft bij een projectje hier, en een pilot daar.”
Is er een levensfase waar je met gezondheidsbescherming prioriteit aan zou geven?
ES “Ik denk toch bij de Jeugd. Want als je niet opgroeit met een betere leefstijl, dan wordt het later ook niks. En als je zorgt dat alle kinderen op school meer bewegen, gaat dat ook invloed hebben op volwassenen en ouderen. Reactie van ouders zal zijn: Mijn kinderen moeten elk halfuur bewegen. Kennelijk is dat belangrijk, hè? Dat geldt dan voor elke ouder, ook die ouder in die moeilijke wijken.”
Je kiest meer voor sleutelen aan de omgeving, dan voor het motiveren van individuen, meer voor top-down dan voor bottom-up. Kun je iets zeggen over die keuze?
ES “Ik noem een aantal redenen om te kiezen voor sleutelen aan de omgeving. Zoals ik al heb aangegeven, is het preventie-akkoord, zonder gezondheidsbescherming, mislukt. Ten tweede is het voor mensen die in kwetsbare situatie zitten, met stress over hun bestaanszekerheid bijna onmogelijk om prioriteit te geven aan hun gezondheid op de wat langere termijn. We hebben als mensen, in een kwetsbare situatie of niet, allemaal moeite om ons te onttrekken aan de law of least physical effort en de law of least mental effort. Bij de marketing van ongezonde producten en diensten wordt daar gebruik gemaakt. Daarom zul je stevige maatregelen moeten nemen, top-down, om de volksgezondheid te versterken.”
Je hebt contacten met ministeries, zoals VWS en OC&W. Wordt er geluisterd?
ES “Ja, er wordt geluisterd, er wordt genoteerd, maar er gebeurt niets. Waarom er niets gebeurt? Ik weet het niet. Ik weet wel dat men heel bang is voor schoolbesturen. Ministeries, gemeenten durven niets aan het onderwijs op te leggen. Ze zijn als de dood. Dat zie je ook aan het nieuwe curriculum waaraan wordt gewerkt.
Een mechanisme dat ik vaak zie is dat ambtenaren, politici erg geïnteresseerd zijn in pilots, mooie projecten. Die willen ze graag horen. Die voorbeelden worden in kamerbrieven, nota’s breed uitgemeten. Daardoor lijkt het alsof er heel veel gebeurt. Maar als je dan naar de aantallen kijkt zijn het druppels op een gloeiende plaat. Je zou bijna willen dat die handvol goede voorbeelden er niet zou zijn, want nu wordt vanuit overheid , wijzend naar deze voorbeelden, de suggestie gewekt dat het de goede kant op gaat. Nou, kijk maar joh, je hebt goede voorbeelden.”
Zorg voor effectieve maatregelen
ES “Ik ga er tegenwoordig vaker in met een gestrekt been. Niet dat dat uitmaakt, maar je wilt in ieder geval een poging doen om op een andere manier te zorgen dat er effectieve maatregelen worden genomen. Maar nogmaals, ondanks alle adviezen, rapporten, effectieve projecten verandert er niets. Terwijl we al jaren weten dat fitte kinderen beter zijn in rekenen en taal. We weten dat rekenen en taal de basisvaardigheden gaan de afgelopen jaren echt achteruit. Ondanks alle inspanning. Waar het aan ligt dat er niets gebeurt? Ik zou het niet weten, ik waag me er niet aan.”
Zoektermen op internet:
Paul van der Velpen, Guus Schrijvers, Eric Scherder, interview, preventie, beweging, gezondheidsbescherming, beweegbeleid
Het valt me op dat ES wel veel kritiek heeft op de initiatieven die er tot nu toe zijn geweest en inderdaad onvoldoende effect hebben gehad, maar op de vragen wat hij dan concreet zou adviseren gaat hij niet in. Ik neem aan dat hij het antwoord daarop ook niet weet?
Rekenen en taal gaan achteruit, kinderen bewegen minder. Is er een causaal verband gelegd tussen beide zaken? Zo ja, dan kun je als onderwijsministerie veel meer invloed uitoefenen op de samenstelling van een curriculum. Er zijn meerdere oorzaken en daar zul je als wetenschap aantoonbaar de vinger op moeten leggen.
Invloed kan ook via de ouders, zij zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling van hun kind. Maak hen via dezelfde wetenschappelijke inzichten aansprakelijk voor de resultaten van hun kinderen.
In het interview over gezondheidsbescherming verzucht ES dat er “ondanks alle adviezen, rapporten, effectieve projecten verandert er niets. Waar het aan ligt dat er niets gebeurt? Ik zou het niet weten, ik waag me er niet aan.” Nou ik heb me er onlangs wel aan gewaagd (Ormel, TSG 2024). En het antwoord is pijnlijk eenvoudig: de diepere, vooral sociale oorzaken (bronnen) van ongezondheid worden niet structureel aangepakt. Lastiger is de vraag waarom niet. Ik denk door 4 oorzaken: 1) De biomedische bias die een biomedische in plaats van sociale oriëntatie op gezondheid bevoordeelt. En 2) de neoliberale ideologie die individualisme en eigen verantwoordelijkheid boven maatschappelijke rechtvaardigheid waardoor 3) de focus van het gezondheidsveld op de “heilige drie-eenheid van risico” (tabak, dieet, bewegen) het feit veronachtzaamt dat deze drie op hun beurt sterk door sociale determinanten worden gevormd die op hun beurt echter niet worden aangepakt door 4) de toenemende politieke macht van economische elites wiens primaire doelen doorgaans winstmaximalisatie en tevreden aandeelhouders zijn en niet de gezondheid van de burger. Nog lastiger is de vraag hoe kunnen de diepere oorzaken wel met succes worden aangepakt. Lees voor mijn antwoord: https://doi.org/10.1007/s12508-024-00441-1
Ik geloof niet in het verplichten van bewegen, noch bij ouderen, noch bij jongeren. Verplichten zal de intrinsieke motivatie van hen die al voldoende bewegen vooral negatief beïnvloeden. Bij mensen die weinig intrinsieke motivatie voor bewegen hebben, zal verplichting vooral leiden tot een negatief idee en gevoel bij bewegen.
Ik geloof wél in het aanmoedigen van bewegen én in het ontmoedigen van gedrag en omstandigheden die fysieke inactiviteit in de hand werken.
Op het werk kan je bijvoorbeeld afspreken dat er rond lunchtijd een uur geen werkoverleg wordt gepland. Dit voorkomt dat mensen gedwongen worden de lunchwandeling over te slaan.
Op school zou lichamelijke opvoeding / bewegingsonderwijs niet een vak moeten zijn waarvoor je een rapportcijfer krijgt. Hiermee ontmoedig je de fysiek minder getalenteerde of getrainde leerling, en de leerling met fysieke beperkingen alleen maar. Inzet zou moeten zijn om leerlingen lekker op hun eigen niveau te laten bewegen en hen de positieve effecten van bewegen op hun fysieke en mentale welzijn zelf te laten ervaren.