Door Pim Valentijn, gezondheidswetenschapper.
Besproken document:
Steemers R.,A. Klink, H. Reynolds en S.Visser, Een werkagenda voor integrale zorg, PwC Strategy& – onderdeel van PwC Advisory N.V, 2025
Weer een agenda – of eindelijk iets anders?
De afgelopen jaren is er veel gesproken over integrale zorg – vaak met dezelfde belofte, maar ook met een groeiend gevoel van vermoeidheid. Programma’s als het Integraal Zorgakkoord (IZA) en Passende Zorg zijn de Nederlandse vertaling van een internationale beweging rond integrale zorg die inzet op meer samenhang tussen zorg, ondersteuning en preventie (1). Veel onderzoek naar integrale zorg richt zich nog op losse best practices en praktijkcasussen. Dat levert waardevolle inzichten op, maar zegt weinig over de daadwerkelijke impact op grotere schaal. Juist dat gebrek aan stevig bewijs maakt integrale zorg kwetsbaar voor opschaling – een lacune die inmiddels breed wordt erkend, ook internationaal (2).
Tegen die achtergrond is de werkagenda integrale zorg interessant (3). In opdracht van Rivas Zorggroep, Pantein, Stichting CuraMare en ZorgSaam Zorggroep Zeeuws-Vlaanderen brengt PwC de kwantitatieve potentie van integrale zorg in kaart en onderzocht wat nodig is om de meerwaarde van ketenzorg, wijkverpleging en intramurale ouderenzorg binnen het huidige stelsel te verzilveren. Hoewel het rapport waardevolle inzichten biedt, blijven de auteurs op onderdelen vaag over de afbakening van integrale zorg en de onderliggende aannames. Voor lezers zonder achtergrond in dit thema is dat niet altijd even duidelijk, wat duiding vraagt in de interpretatie van de resultaten. De onderzochte initiatieven – variërend van geriatrische spoedzorg en regionale coördinatiecentra tot inzet van specialisten ouderengeneeskunde en wondexpertisecentra – beslaan integraal de domeinen van de medisch-specialistische zorg (MSZ), verpleging en verzorging (VVT) en de eerste lijn (huisartsenzorg). De werkagenda richt zich daarbij primair op de betaalbaarheid en bemensbaarheid van de zorg, en minder expliciet op preventie of kwaliteit van leven voor patiënten. De nadruk ligt vooral op de manier waarop zorg wordt georganiseerd en uitgevoerd binnen bestaande structuren.
Het rapport laat zien wat daarvoor nodig is: structurele samenwerking over domeinen heen, passende financiering en leiderschap dat systeemgrenzen durft te overstijgen. In deze beschouwing bespreek ik de kern van de werkagenda: wat staat erin, wat is er nieuw, waar wringt het nog – en vooral: biedt dit rapport voldoende aanknopingspunten om van overtuiging naar uitvoering te komen?
Van potentie naar praktijk
De werkagenda vertrekt vanuit een opvallend concreet uitgangspunt: de omvang van de faalkosten in het Nederlandse zorgstelsel. Op basis van bestaande onderzoeken en eigen berekeningen wordt vastgesteld dat inefficiënties – zoals overbehandeling, administratieve lasten en gebrekkige coördinatie – verantwoordelijk zijn voor ongeveer een kwart van alle zorg- en welzijnsuitgaven. Alleen al de versnippering in organisatie en financiering leidt tot naar schatting negen procent aan faalkosten, goed voor ruim 11 miljard euro op basis van de totale uitgaven in 2022.
De percentages zijn gebaseerd op secundaire bronnen en modelmatige aannames, omdat Nederland geen volledig beeld heeft van de daadwerkelijke faalkosten (4). Juist dat gebrek aan betrouwbare data is op zichzelf een belangrijke bevinding: zolang we niet weten waar verspilling precies optreedt, kunnen we ook niet gericht verbeteren.
Vanuit dit vertrekpunt schat het rapport de potentiële impact van integrale zorg. Minder fragmentatie zou de totale zorgvraag met vier tot acht procent kunnen verlagen, wat neerkomt op een afname van het toekomstige personeelstekort met 31 tot 62 procent – ofwel het voorkomen van circa 65.000 tot 130.000 extra medewerkers in 2032. Deze aannames zijn gebaseerd op één meta-analyse van internationale studies en een selectie van Nederlandse praktijkvoorbeelden (5–11). De cijfers geven richting, maar geen zekerheid.
De ketenorganisaties – CuraMare, Pantein, Rivas en ZorgSaam – laten zien dat de potentie van integrale zorg deels al wordt waargemaakt. Ze presteren op acht van de negen kwaliteitsindicatoren beter dan het landelijk gemiddelde, met minder wachtenden voor langdurige zorg en lagere heropnames. Tegelijk blijkt het lastig om nieuwe initiatieven te realiseren, zelfs binnen organisaties die meerdere zorgvormen onder één dak hebben. Het rapport concludeert terecht: het ontbreekt niet aan initiatieven, maar aan de structurele randvoorwaarden om ze succesvol op te schalen.
Van financiering naar waardecreatie
De werkagenda levert een waardevolle bijdrage aan het debat over integrale zorg in Nederland. Vooral de economische onderbouwing is vernieuwend: het rapport maakt inzichtelijk hoe inefficiënties, faalkosten en fragmentatie samenhangen met het groeiende personeelstekort en de betaalbaarheid van zorg. Ook de poging om Nederlandse best practices te kwantificeren verdient waardering. Tegelijk blijft de analyse op enkele punten te beperkt. De aandacht voor bekostiging is terecht, maar de discussie blijft hangen in het bekende debat over schotten en betaaltitels. Juist omdat dit onderzoek is uitgevoerd bij ketenzorgorganisaties in Nederland, was het interessant geweest om dieper in te gaan op het onderliggende integrale business- en verdienmodel. Dat vraagt om meer dan alleen passende bekostiging: het gaat om skin in the game – gezamenlijk risico dragen én opbrengsten delen. Daarvoor is inzicht nodig in hoe gezamenlijke waarde ontstaat, hoe kosten en baten worden verdeeld en hoe investeringen in bijvoorbeeld preventie of digitale zorg financieel lonend kunnen zijn. Het gaat niet om méér regels, maar om handelingsperspectief: concrete handvatten om regionaal te leren wat werkt binnen een sluitend verdienmodel. Internationale praktijkvoorbeelden laten zien dat slim gebruik van data, gedeelde verantwoordelijkheid en financiële prikkels elkaar kunnen versterken (12–16). Zo groeit stap voor stap een verdienmodel dat samenwerking beloont in plaats van belemmert.
Daarnaast blijft de wetenschappelijke onderbouwing selectief. Slechts een deel van het beschikbare bewijs over de klinische effectiviteit van integrale zorg wordt meegenomen, terwijl verschillende internationale studies aantonen dat integrale zorg leidt tot betere gezondheidsuitkomsten (17–22). Ook domeinoverstijgende richtlijnen komen nauwelijks aan bod, terwijl die essentieel zijn voor bekostiging, toezicht en kwaliteitsborging. Richtlijnontwikkeling vormt het fundament van een lerend en toetsbaar systeem, waarin klinische en economische kennis elkaar versterken (23).
Van systeem denken naar doen
Om de werkagenda echt verder te brengen, is geen nieuwe visie nodig, maar concrete actie. Het gaat er niet langer om of we integrale zorg willen, maar om hoe we het succesvol opschalen en organiseren. De kern is het doorbreken van transitiefalen en systeemfalen: een stelsel dat samenwerking vraagt, maar het tegelijk belemmert (1). Dat vraagt om gelijktijdige beweging op verschillende niveaus – van systeem tot professional – waarbij iedere stakeholder zijn verantwoordelijkheid neemt.
1. Systeemniveau: regie op voorwaarden, niet op uitvoering
De huidige wet- en regelgeving (zoals de Zvw, Wlz en Wmo) is niet ontworpen voor samenwerking over domeinen heen (24). Daardoor blijven veel initiatieven steken in lokale pilots. Om integrale zorg duurzaam op te schalen, moet de overheid niet langer sturen op hoe samenwerking plaatsvindt, maar zorgen dat de randvoorwaarden daarvoor op orde zijn. Dat betekent: juridische ruimte voor gegevensdeling, eenvoudiger toezicht over domeinen heen en structurele mogelijkheden voor integrale bekostiging. Alleen zo kunnen we het hardnekkige transitiefalen doorbreken dat de uitvoering van integrale zorg al jaren in de weg zit (25). De regierol van VWS hoort niet te liggen in de uitvoering, maar in het creëren van de condities waarin samenwerking vanzelfsprekend wordt. Tegelijk is onduidelijk of de huidige stelselwetten en toezichtorganen daarvoor voldoende ruimte laten. Een juridische haalbaarheidsstudie kan helpen dit de verhelderen, mits dit niet leidt tot uitstel, maar juist tot een herijking van de sturingsprincipes waarop deze belangrijkste zorgstelselwetten zijn gebaseerd.
2. Organisatieniveau: van bekostiging naar werkbare verdienmodellen
De discussie over passende bekostiging is belangrijk, maar vaak te abstract. De ketenzorgorganisaties uit het rapport laten juist zien dat er binnen het huidige stelsel al veel mogelijk is, mits er ruimte is om te experimenteren met nieuwe, integrale business- en verdienmodellen. Dat vraagt om meer dan geldstromen; het gaat om skin in the game: gezamenlijke risicodragendheid en gedeelde opbrengsten. Organisaties moeten leren hoe ze samen waarde kunnen creëren, hoe investeringen in preventie of digitale zorg financieel renderen, en hoe opbrengsten eerlijk worden verdeeld. Zo’n model vergt transparantie en een lerende houding, niet nieuwe regels. Internationale praktijkvoorbeelden laten zien dat slim gebruik van data, gedeelde verantwoordelijkheid en financiële prikkels elkaar kunnen versterken (12–16). Zo groeit stap voor stap een verdienmodel dat samenwerking beloont in plaats van belemmert.
3. Professioneel niveau: van richtlijnen naar lerend vakmanschap
De werkagenda benoemt terecht het belang van lijnloze personeelsinzet: professionals die domeinoverstijgend kunnen werken. Maar dat vraagt meer dan flexibiliteit alleen. Om samenwerking te laten slagen, moeten professionals ook leren handelen vanuit een integrale benadering. Dat vraagt om een lerend zorgsysteem en infrastructuur waarin wetenschap, beleid en praktijk elkaar voeden (26). Daarvoor is lerend vakmanschap nodig: nieuwsgierigheid, reflectie en durf om over de grenzen van het eigen vak heen te kijken. De principes van system science – het herkennen van patronen, het analyseren van complexe interacties en het leren vanuit meerdere perspectieven – zouden structureel ingebed moeten worden in opleidingen en bijscholing (27). Onderwijsinstellingen kunnen hierin het verschil maken door leren in de praktijk te koppelen aan leren van data.
4. Op cliëntniveau: van participatie naar mede-eigenaarschap
Echte integratie begint bij mensen zelf. Burgers en patiënten moeten niet alleen ‘meedoen’, maar mede-eigenaar worden van hun zorg (16, 28–30). Dat vraagt om nieuwe vormen van empowerment, zoals burgerberaden, blended care en digitale zelfmonitoring. Burgers kunnen zo meedenken over het ontwerp en de evaluatie van zorg, via ervaringsdata en feedbackloops. Dit versterkt niet alleen hun invloed, maar ook de legitimiteit van integrale zorg.
5. De gezamenlijke opgave: doen als nieuwe standaard
De sleutel ligt in het samenspel tussen top-down en bottom-up.
- Overheid: schep de wettelijke en financiële randvoorwaarden.
- Financiers en toezichthouders: maken toezicht eenvoudiger en stem toezichtkader onderling af.
- Zorgorganisaties en ICT-leveranciers: bouwen data-infrastructuren die leren en verbeteren ondersteunen.
- Professionals: werken over grenzen heen en leren van elkaar.
- Burgers: leveren ervaringskennis en nemen mede-eigenaarschap.
Pas wanneer al deze niveaus in samenhang bewegen, kan integrale zorg uitgroeien tot een duurzaam, lerend systeem dat zich voortdurend aanpast aan de werkelijkheid van de praktijk.
Na de verkiezingen: doorzetten of opnieuw beginnen?
Na de verkiezingen staat de politiek voor een duidelijke keuze: opnieuw beginnen met akkoorden of eindelijk bouwen aan een zorgstelsel dat leert, verbetert en werkt volgens de principes van integrale zorg. De Werkagenda Integrale Zorg biedt daarvoor een stevige basis en laat zien wat er mogelijk is. De afgelopen jaren is integrale zorg te vaak weggeschreven in afspraken waarin iedereen een beetje gelijk kreeg, maar niemand echt verantwoordelijkheid nam. De lessen uit dit rapport vragen om een nieuw type stelsel: één dat samenwerking beloont en vernieuwing niet afstraft.
Daarom is het tijd voor een Deltaplan Integrale Zorg – structureel beleid dat in het regeerakkoord moet worden vastgelegd. Beleid waarin beroepsorganisaties, zorgverzekeraars, gemeenten en overheid samen verantwoordelijkheid dragen voor meerjarige aanpak. Zo’n plan moet drie dingen doen:
- Verankeren wat werkt: borg succesvolle initiatieven en vertaal ze in wetgeving, bekostiging en versimpeld toezicht die samenwerking structureel mogelijk maken.
- Versnellen wat nodig is: investeer in data-infrastructuren, lerende netwerken en integrale verdienmodellen waarin partijen skin in the game hebben – gezamenlijke verantwoordelijkheid voor risico’s én resultaten.
- Hervormen wat vastzit: voer groot onderhoud uit aan de stelselwetten en financiële structuren die integrale zorg nog steeds belemmeren.
De politieke opdracht is helder: kies niet voor nog een akkoord, maar voor een koers die samenwerking, leren en verantwoording structureel verankert. Nederland heeft genoeg plannen, pilots en beloftes gehad – het is tijd om te doen wat werkt. Of, zoals de titel van deze beschouwing zegt: samenwerking werkt pas als het systeem mee verandert.
Over de auteur
Pim P. Valentijn is opgeleid als fysiotherapeut en studeerde gezondheidswetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij promoveerde aan de Universiteit van Tilburg met een proefschrift over de effectiviteit van netwerkzorg. Hij is algemeen directeur bij de Essenburgh Groep, een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau dat gespecialiseerd is in zorginnovaties. Daarnaast is hij lector Waardegedreven en passende zorg aan de Hanzehogeschool. Pim is bereikbaar via: valentijn@essenburgh.com
Referenties
- Valentijn PP. Samenwerken aan gezondheidswinst: De zoektocht naar een bemensbaar en betaalbaar gezondheidszorgstelsel. Groningen: Hanze Groningen; 2024. Available from: https://www.hanze.nl/binaries/_cb_1732189951324/content/assets/hanze/nl/onderzoeken/kenniscentra-en-centres-of-expertise/centre-of-expertise-healthy-ageing/verpleegkundige-diagnostiek/hanze240685_samenwerken-aan-gezondheidswinst_lectorale-rede-v04-1.pdf.
- Goodwin N. How to implement: The need to address a fundamental weakness in the science of integrated care. Int J Integr Care. 2025 Apr;25(2):21.
- PwC Strategy&. Een werkagenda voor integrale zorg [Internet]. [cited 2025 Oct 8]. Available from: https://www.rivas.nl/media/zkrgvruf/een-werkagenda-voor-integrale-zorg.pdf
- Van Stadhouders N, Som T, Jeurissen PPT, Van Dulmen D. Verkenning naar faalkosten in de Nederlandse gezondheidszorg. Nijmegen: IQ Healthcare; 2022.
- Rocks S, Berntson D, Gil-Salmerón A, Kadu M, Ehrenberg N, Stein V, et al. Cost and effects of integrated care: a systematic literature review and meta-analysis. Eur J Health Econ. 2020 Nov;21(8):1211–21.
- Pereira CFR, Dijxhoorn AFQ, Koekoek B, van den Broek M, van der Steen K, Engel M, et al. Potentially inappropriate end of life care and healthcare costs in the last 30 days of life in regions providing integrated palliative care in the Netherlands: A registration-based study. Int J Integr Care. 2024 Jul;24(3):6.
- Palliaweb. Transmurale Palliatieve Zorg met Passende Bekostiging (TAPA) [Internet]. 2025 [cited 2025 Oct 10]. Available from: https://palliaweb.nl/getmedia/94a2647a-7f0a-49dd-8443-e67470aac44a/rapport_resultaten_TAPA$_def.pdf
- Significant Groep. Domeinoverstijgend samenwerken in de zorg is noodzaak [Internet]. Utrecht: Studio Tempel; 2021 [cited 2025 Oct 10]. Available from: https://significant.nl/nieuws/domeinoverstijgend-samenwerken-in-de-zorg-is-noodzaak/
- Sociale Benadering Dementie. De resultaten – wat levert SBD op? [Internet]. [cited 2025 Oct 10]. Available from: https://socialebenadering.nl/de-resultaten
- Kringos DS, van den Broeke JR, van der Lee APM, Plochg T, Stronks K. How does an integrated primary care approach for patients in deprived neighbourhoods impact utilization patterns? An explorative study. BMC Public Health. 2016 Jul 11;16:545.
- Suijkerbuijk A, Gils PV, Leenaars KEF, Over E, Polder J. (Kosten)effectiviteit van twee interventies: Welzijn op recept en Gecombineerde Leefstijlinterventie bij Kinderen. Bilthoven: RIVM; 2020 Apr 19; Available from: https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2019-0192.pdf
- Hildebrandt H, Schulte T, Stunder B. Triple Aim in Kinzigtal, Germany: Improving population health, integrating health care and reducing costs of care – lessons for the UK? J Integr Care (Brighton). 2012 Aug 3;20(4):205–22.
- Song Z, Safran DG, Landon BE, Landrum MB, He Y, Mechanic RE, et al. The “Alternative Quality Contract,” based on a global budget, lowered medical spending and improved quality. Health Aff (Millwood). 2012 Aug;31(8):1885–94.
- Lewis VA, McClurg AB, Smith J, Fisher ES, Bynum JPW. Attributing patients to accountable care organizations: performance year approach aligns stakeholders’ interests. Health Aff (Millwood). 2013 Mar;32(3):587–95.
- Norman G, Bennett P, Vardy E. Virtual wards: a rapid evidence synthesis and implications for the care of older people. Age and Ageing [Internet]. 2022 Jun 26;52. Available from: https://academic.oup.com/ageing/article-abstract/52/1/afac319/6974849
- Serra M. Trusted networks: the key to achieve world-class health outcomes on a shoestring. Torronto: Beati Inc; 2018.
- Valentijn PP, Tymchenko L, Gruisen W, Bruls B, Abdalla Pereira F, Arends RY. Effectiveness of Integrated Care for diabetes mellitus type 2, cardiovascular and chronic respiratory diseases: A systematic review and meta-analysis. Int J Integr Care. 2024 Jul;24(3):16.
- Valentijn PP, Pereira FA, Ruospo M, Palmer SC, Hegbrant J, Sterner CW, et al. Person-Centered Integrated Care for Chronic Kidney Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials. Clin J Am Soc Nephrol. 2018 Mar 7;13(3):375–86.
- Zarora R, Immanuel J, Chivese T, MacMillan F, Simmons D. Effectiveness of integrated diabetes care interventions involving diabetes specialists working in primary and community care settings: A systematic review and meta-analysis. Int J Integr Care. 2022 Apr;22(2):11.
- Lim LL, Lau ESH, Kong APS, Davies MJ, Levitt NS, Eliasson B, et al. Aspects of Multicomponent Integrated Care Promote Sustained Improvement in Surrogate Clinical Outcomes: A Systematic Review and Meta-analysis. Diabetes Care. 2018 Jun;41(6):1312–20.
- Hoo JX, Yang YF, Tan JY, Yang J, Yang A, Lim LL. Impact of multicomponent integrated care on mortality and hospitalization after acute coronary syndrome: a systematic review and meta-analysis. Eur Heart J Qual Care Clin Outcomes [Internet]. 2022 Jun 10; Available from: http://dx.doi.org/10.1093/ehjqcco/qcac032
- OECD. Integrating Care to Prevent and Manage Chronic Diseases [Internet]. Paris: OECD Publishing; 2023 [cited 2025 Oct 10]. Available from: https://www.oecd.org/en/publications/integrating-care-to-prevent-and-manage-chronic-diseases_9acc1b1d-en.html
- Knies S, Severens JL, Brouwer WBF. Integrating clinical and economic evidence in clinical guidelines: More needed than ever! J Eval Clin Pract. 2019 Aug;25(4):561–4.
- Bussemaker J, Schmidt E, Hoff JL, Vonk R, Schalk J, Others. Zorgtoegankelijkheid in een gezonde zorgsector? Voorbij het onhoudbaarheidsframe. 2023; Available from: https://scholarlypublications.universiteitleiden.nl/access/item%3A3633940/view
- Vrijhoef HJM, Baan CA, Nieboer AP, Batenburg RS, Valentijn PP. Integratie van zorg: Inzichten uit (onderzoeks)programma’s tussen 2005 en 2017. TSG. 2017 Sep;95(5):208–13.
- Platt JE, Raj M, Wienroth M. An analysis of the Learning Health System in its first decade in practice: Scoping review. J Med Internet Res [Internet]. 2020 Mar 1;22. Available from: http://dx.doi.org/10.2196/17026
- Borkan JM, Hammoud MM, Nelson E, Oyler J, Lawson L, Starr SR, et al. Health systems science education: The new post-Flexner professionalism for the 21st century. Med Teach. 2021 Jul;43(sup2):S25–31.
- Gottlieb K. The Nuka System of Care: improving health through ownership and relationships. Int J Circumpolar Health. 2013 Aug 5;72(1):21118.
- Acerete B, Stafford A, Stapleton P. Spanish healthcare public private partnerships: The “Alzira model.” Crit Perspect Account. 2011 Aug;22(6):533–49.
- Harfield SG, Davy C, McArthur A, Munn Z, Brown A, Brown N. Characteristics of Indigenous primary health care service delivery models: a systematic scoping review. Global Health. 2018 Jan 25;14(1):12.
Zoektermen voor het internet:
Pim Valentijn, integrale zorg, samenwerking, ketenzorg, wijkverpleging, intramurale ouderenzorg, domeinoverstijgend werken, werkagenda, langdurige zorg