Door Karin Boode, strategisch adviseur jeugd bij GGDGHOR Nederland.  

Besproken document: Improving reach and access to health promotion and preventive services for vulnerable children and adolescents: Experiences from five European countries – Policy Brief 67, European Observatory on Health Systems and Policies (April 2025).

In Nederland groeit de ambitie om gezondheidsverschillen terug te dringen en alle kinderen een gezonde, kansrijke start te geven. Tegelijkertijd blijkt het in de praktijk moeilijk om kwetsbare kinderen en jongeren écht te bereiken en structureel te ondersteunen. Hoe doen andere landen dat? Dit artikel gaat in op deze vraag. Karin Boode bespreekt hieronder een document van het European Observatory on Health Systems and Policies dat, in samenwerking met de WHO, Europese beleidsmakers van vergelijkende informatie voorziet. Het hier besproken rapport telt 34 pagina’s en bespreekt hoe Portugal, Finland, Duitsland het Verenigd Koninkrijk én Nederland hun preventiebeleid hebben ingericht. In de samenvatting hieronder bespreekt de auteur de vraag: Wat kan Nederland leren van de vier andere landen als het gaat om het daadwerkelijk bereiken van kwetsbare kinderen en jongeren? Hieronder volgen eerst korte beschrijvingen per land van gezondheidsbevordering en preventieve interventies voor kinderen en jongeren. En van Nederland zelf. Daarna volgt antwoord op de vraag: wat kan Nederland van de vier andere landen leren?

Portugal: lokale netwerken en sociale nabijheid

In Portugal vervult de Comissão Nacional de Promoção dos Direitos e Proteção das Crianças e Jovens (CNPDPCJ) een coördinerende rol. Deze nationale commissie stuurt lokale kinderbeschermingscommissies aan, die wettelijk zijn verankerd en opereren in elke gemeente. Doordat deze commissies actief opereren binnen gemeenten, kunnen zij kwetsbare situaties vroeg signaleren. De nadruk ligt op preventie en actieve participatie van de gemeenschap. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met onderwijs, gezondheid, welzijn en lokale overheden. Sinds 2001 ligt de focus op netwerken voor sociale ontwikkeling. De CNPDPCJ heeft een intern safeguardingbeleid ontwikkeld dat richtlijnen geeft voor het veilig en professioneel handelen van iedereen die bij kinderbescherming betrokken is. Daarmee wordt ook grensoverschrijdend gedrag van professionals preventief aangepakt.

De combinatie van wettelijke borging én gemeenschapsparticipatie zorgt voor een groot bereik. Kwetsbare gezinnen komen niet vanzelf in beeld. Portugal laat zien dat actieve netwerken op wijkniveau essentieel zijn om signalen op te vangen en gezinnen laagdrempelig te benaderen, zonder stigmatisering.

Finland: vindplaatsen en datagedreven actie

In Finland zijn zogeheten familiecentra (‘perhekeskukset’) opgezet waar zorg, opvoedondersteuning en sociaal werk samenkomen. Gemeenten en welzijnsregio’s werken hierin structureel samen. Daarnaast is het nationale LAPE-programma (‘Child and Family Services Reform’) een grootschalige hervorming van kinder- en gezinsdiensten. De Finse familiecentra brengen zorg, opvoedondersteuning en welzijn samen op één plek. Ze functioneren als vindplaats voor gezinnen die zelf geen hulp vragen.

Op het vlak van dataverzameling is Finland vooruitstrevend. De School Health Promotion study – Kuopio (survey) wordt tweejaarlijks gehouden onder ruim 260.000 jongeren en is openbaar beschikbaar via Sotkanet. Sinds 2022 wordt extra aandacht besteed aan kwetsbare groepen. De resultaten worden uitgesplitst naar kwetsbare groepen zoals pleegkinderen, kinderen met een beperking en migranten. Zo krijgt kwetsbaarheid een gezicht, ook waar die niet vanzelf zichtbaar is. Het bereiken van kwetsbare jeugdigen wordt onderbouwd met data: scholen, jeugdzorg en gemeenten krijgen inzicht in wie onder de radar dreigt te verdwijnen. De Finse aanpak wordt gekenmerkt door een combinatie van monitoring, integratie en participatie.

Duitsland: vroeghulp en ketenbenadering

Duitsland heeft met Das Präventionsgesetz | BMG (2015) een juridische basis gelegd voor samenwerking in preventie. Die Nationale Präventionskonferenz (NPC) bestaat uit verzekeraars, overheden en maatschappelijke organisaties en formuleert nationale en deelstaat-specifieke strategieën. Naast deze top-down structuur zijn er lokaal ‘Präventionsketten’: netwerken van zorg, onderwijs en welzijn rondom kinderen. Het voorbeeld uit Freiham München) laat zien hoe deze ketens effectief werken rond overgangen in het leven van een kind. Deze overgangen – zoals de start op school – worden benut om kwetsbaarheid in beeld te brengen. Zogenaamde “navigators” (coördinatoren) begeleiden gezinnen door het zorglandschap. Dat vergroot bereik en voorkomt dat gezinnen verdwalen in complexe structuren.

Met het programma fruehehilfen.de | NZFH Frühe Hilfen werkt Duitsland outreachend richting kwetsbare gezinnen, vaak al tijdens de zwangerschap. Verpleegkundigen en sociale werkers bezoeken gezinnen thuis en bouwen een vertrouwensrelatie op. Er is geen formele indicatie nodig. Verder zijn er kindvriendelijke ‘Childhood Houses’ waarin gezondheidszorg, jeugdbescherming en politie samenwerken in geval van mishandeling (zie alhier).

Verenigd Koninkrijk: universeel én gericht bereiken

Het Verenigd Koninkrijk kent het Healthy child programme – GOV.UK, een integrale aanpak voor kinderen van zwangerschap tot adolescentie. De nadruk ligt op universele preventie én extra ondersteuning voor kwetsbare gezinnen. De Family Nurse Partnership (FNP) – Foundations is een voorbeeld hiervan: jonge, kwetsbare moeders worden vanaf de zwangerschap twee jaar lang intensief aan huis begeleid door verpleegkundigen. De kracht zit in actief aanbieden, vertrouwde gezichten en praktische hulp. In Nederland kennen wij een dergelijke interventie als VoorZorg | Nederlands Jeugdinstituut.

Monitoring vindt plaats via het National child measurement programme – GOV.UK, waarbij alle basisschoolkinderen worden gewogen en gemeten. Op deze manier worden trends in overgewicht en kwetsbaarheid op wijkniveau gevolgd. Daarnaast wordt sinds 2021 het National school breakfast club programme – GOV.UK uitgevoerd, dat dagelijks 350.000 kinderen een voedzaam ontbijt biedt. Ook dat helpt om groepen te bereiken die zelf niet om hulp vragen. Dit verlaagt drempels voor leren, gezondheid en participatie.

Nederland: wettelijke basis, maar (nog) versnipperde praktijk

In Nederland is preventie wettelijk verankerd via de Wet publieke gezondheid (Wpg), die gemeenten onder andere verplicht tot het organiseren van jeugdgezondheidszorg en gezondheidsbevordering. Daarmee beschikt Nederland over een sterke basisstructuur, met landelijke dekking en gratis preventieve zorg voor kinderen en jongeren. Programma’s als Kansrijke Start en ook het GALA dragen bij aan het in beeld krijgen en ondersteunen van kwetsbare kinderen en gezinnen.

Inmiddels is per juli 2025 GALA binnen het AWZA gepositioneerd. AZWA bundelt verschillende akkoorden op het gebied van publieke gezondheid, jeugd, zorg en wonen en is bedoeld om integrale samenwerking tussen domeinen zoals zorg, onderwijs en sociaal te bevorderen. Er wordt gewerkt aan wettelijke mogelijkheden om gezamenlijke sturing, data-uitwisseling en integrale bekostiging te ondersteunen. Succesvolle uitvoering hangt echter af van lokale samenwerking en van structurele financiering. Met het AZWA is een mechanisme afgesproken voor het verschuiven van zorggeld naar gemeenten en dit geeft ruimte voor structurele financiering. Hiermee wordt een volgende stap gezet in het beter organiseren en vindbaar zijn van zorg en ondersteuning voor (kwetsbare) inwoners. Dit komt o.a. tot uiting in het toewerken naar basisfunctionaliteiten en een basisinfrastructuur, zoals lokale teams en coördinatie op de uitvoering. Het zijn belangrijke stappen om te komen tot een meer uniforme uitvoeringspraktijk, maar daar zijn we nog niet.

Nabeschouwing 1: Hoe bereik je wie moeilijk te bereiken is?

Veel kwetsbare kinderen en jongeren vallen buiten de boot van bestaande voorzieningen. Ze missen het netwerk, vertrouwen, de taal of het overzicht om hulp te zoeken. Landen als Portugal, Finland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk laten zien dat het bereiken van kwetsbare doelgroepen actief georganiseerd moet worden.

Belangrijke elementen zijn:

  • Outreachend werken door vaste personen (zoals jeugdverpleegkundigen, maatschappelijk werkers);
  • Laagdrempelige vindplaatsen (school, kinderopvang, huisbezoek);
  • Vroege interventie tijdens belangrijke levensovergangen;
  • Cultuursensitieve communicatie en inzet van sleutelfiguren in de gemeenschap;
  • Navigators c.q. coördinatoren die gezinnen begeleiden in het zorglandschap.

Nabeschouwing 2: Wat kan Nederland doen met de ervaringen in de vier andere landen ?

Nederland heeft met programma’s als Kansrijke Start, het GALA en nu het AZWA al stappen gezet. Toch blijft het bereik van echt kwetsbare groepen een uitdaging. De voorbeelden uit Portugal, Finland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk maken duidelijk dat goede preventie begint bij goed bereik. Niet alleen voorzieningen zijn nodig, maar ook een infrastructuur, professionals en methoden om kinderen en gezinnen daadwerkelijk te bereiken. Dat vraagt om de volgende voorwaarden:

  1. Structurele samenwerking – Zowel Duitsland (via wetgeving) als Portugal (via landelijke coördinatie van lokale commissies) tonen het belang van verankerde netwerken. Nederland kan profiteren van juridische borging van regionale preventiestructuren.
  2. Datagestuurde monitoring – Finland en het Verenigd Koninkrijk laten zien dat regelmatige, toegankelijke monitoring onmisbaar is voor gerichte actie. Nederland kan investeren in de uitbreiding en benutting van bestaande jeugdgezondheidsdata.
  3. Gerichte ondersteuning van kwetsbare gezinnen – De vier andere landen zetten in op specifieke interventies voor kinderen in risicovolle situaties, zoals vroege opvoedondersteuning of schoolmaaltijden. Nederland heeft vergelijkbare initiatieven (zoals Kansrijke Start), maar structurele borging ontbreekt vaak nog.
  4. Samenhang en continuïteit – Zowel op beleidsniveau als op lokaal niveau (zoals preventieketens in Duitsland) is het verbinden van zorg, onderwijs en welzijn essentieel. Nederland werkt daaraan via GALA/AZWA, maar kan nog meer sturen op integratie en borging.

Kortom

Nederland kan leren van deze landen door het outreachend werken te vergroten en aanwezig te zijn op de plekken waar jeugdigen en hun ouders zijn. Ook dient vertrouwen centraal te staan in haar preventiebeleid. Dat vraagt om inzet op relatie, nabijheid en continuïteit. De uitdaging is om van losse projecten naar een structureel, verbonden en effectief preventiestelsel te groeien. Daarmee investeren politiek en veld in de gezondheid en kansen van de volgende generatie. Zo kunnen zij gezondheidsverschillen verkleinen en iedereen een gezonde start bieden.

Over de auteur
Karin Boode werkt als strategisch adviseur jeugd bij GGD GHOR Nederland en is als stuurgroeplid betrokken bij een EUPHA-commissie Child- and Adolescent health. Zij werkt o.a. samen met de opstellers van het hier besproken rapport. Eerder was zij betrokken bij het project Studying the exposome for a healthier future for all children | Equal Life. Zij werkt momenteel met enkele landen aan beleid om jeugdigen te beschermen tegen online schade. Karin Boode MBA | LinkedIn

Zoektermen voor internet

Karin Boode, preventie, kwetsbare kinderen, ondersteuning, monitoring, samenwerking, Verenigd Koninkrijk, Portugal, Duitsland, Finland, AZWA, preventiebeleid, GALA