Door Robert Mouton en Guus Schrijvers, hoofdredacteur en redacteur van de Nieuwsbrief Zorg en Innovatie.

Inleiding 

Wie heeft opgelet in de rapportages van de afgelopen pakweg vijf jaar over de ouderenzorg, heeft kunnen constateren dat er een grote vergrijzings- en dito zorggolf op ons afkomt. De rapporten daarover komen nauwelijks verder dan ruwe aanwijzingen: een beetje meer van dit (digitale zorg, preventie, thuisblijven, mantelzorg, samenwerking…) of een beetje minder van dat (indicaties, silodenken, verpleeghuisbedden, formele zorg….). Zie bijvoorbeeld hier, hier, hier en hier. Met enig cynisme moet helaas worden geconstateerd dat dit soort ruwe receptuur, zonder precieze getallen, scenario’s, onderzoek en bijbehorende bewijsvoering eigenlijk tot niks leidt. Behalve dan dat de rapportenbrij zo langzamerhand geen effect meer sorteert: de oppositie krijgt bijvoorbeeld in debatten geen voet aan de grond en de coalitie doet hoegenaamd niets. Dat is kwalijk, want de problematiek is ernstig: Welke zorg is voor de vergrijzende bevolking beschikbaar in de komende jaren?  

Institutioneel of zelf doen 

Minister Helder geeft aan dat we dit niet meer institutioneel moeten doen en dat de burger zijn eigen arrangementen, coöperaties en andere samenwerkingsverbanden maar moet regelen. Wij vinden dat te gemakkelijk en ook een elitair standpunt. Wie kan dat?  Ook wordt wel beweerd dat wijken en buurten opgepept moeten worden tot zorgzame gemeenschappen. Dat getuigt weer van idealisme en naïviteit, want wie heeft zijn vrienden, kennissen en familie nu in de buurt of wijk wonen? Wat natuurlijk niet impliceert dat er geen goede voorbeelden zijn waar het wel lukt, maar 15 voorbeelden op tienduizend en meer wijken en buurten zegt natuurlijk nog niet zoveel. 

Een tiental mis(ver)standen

  1. Clusterwoningen zijn beloofd door de ministers de Jonge en Helder, maar of en wie daar belangstelling voor heeft weten we niet. En moeten degenen die zich niet willen laten clusteren, dit niet kunnen of op de wachtlijst staan dan maar ongeclusterd wonen? Waar? 
  1. Het publiek (zie Actiz-publicatie) heeft zich nog niet voorbereid (80% is niet met de oude dag bezig). Ontslaat dit de ouderenzorgorganisaties, woonzorgorganisaties, welzijnsorganisaties en gemeenten dan ook om maar niet vooruit te denken? En is een WOZO op landelijk niveau voldoende? 
  1. Is dit allemaal verre toekomst? Nee, de zorg staat nu al klem. We hebben een bij wet georganiseerde onafhankelijke indicatiestelling voor de WLZ. Op dit moment is de wachtlijst voor geïndiceerden in de ouderenzorg twee jaar. Daarbinnen bestaat weer een urgentielijst van inmiddels ook vele maanden. Dit terwijl de tijd dat opname plaatsvindt gemiddeld zo’n anderhalf jaar is. Je wordt dus geïndiceerd voor de wachtlijst. 
  1. Digitale zorg zou op de een of andere manier behulpzaam moeten zijn (in de thuissituatie). Monitoring (telezorg) kan wel iets uitmaken, maar een monitor trekt geen kousen aan en wast geen billen. 
  1. Wijkverpleging zou een enorme boost moeten krijgen, maar daar is juist sprake van een capaciteitstekort (Sirm-rapport). 
  1. Wat kunnen we nog van dit kabinet verwachten? Het WOZO, een van de rapporten waar allerlei partijen zich aan  hebben gecommitteerd ging ook uit van bouwvolumes (300.000 nultredenwoningen en clusterwoningen erbij tot 2030), financieringsmogelijkheden, investeerders, rentestanden, beperkte inflatie, hanteerbaar stikstofdossier, etc. Een bijgesteld WOZO hebben we nog niet gezien. Wat we mogen verwachten is ongewis. 
  1. Preventie als oplossing is maar betrekkelijk: waar gezondheidswinst kan worden geboekt, wordt een potentiële ziektelast voor andere aandoeningen, vaak meervoudig bij ouderen, automatisch in stelling gebracht, ergo meer zorgbehoefte. Dat klinkt cynisch, maar het is wel realiteit. 
  1. Doorstroming van ouderen in te grote huizen naar kleinere appartementen is cruciaal: welke maatregelen worden getroffen om dit te faciliteren? Je zou kunnen denken aan subsidies of fiscale maatregelen. 
  1. Het PGB kan behulpzaam zijn voor een goede organisatie, maar dan moet de minister niet rommelen aan de  huidige regels. Door de introductie van het PGB is overigens indertijd nieuw arbeidspotentieel aangeboord. Daar kunnen we een voorbeeld aan nemen. 
  1. De door de RVS en VWS geponeerde oplossingsrichting dat meer en langer zelfstandig gewoond moet worden en er meer informele zorg (mantelzorg) moet worden georganiseerd kan (ook) geïnterpreteerd worden als een standpunt: de overheid biedt geen oplossing. 

Wat kan wel gebeuren?     

Wij pleiten ervoor dat  de Sociaal Economische Raad drie scenario’s voor het ouderenbeleid 2023 – 2030 presenteert,  gezamenlijk voorbereid  en gepubliceerd door het Centraal Planbureau en  het RIVM. Het eerste scenario heet: Scenario ongewijzigd beleid. Hierin wordt kwantitatief rekening gehouden met te verwachten vergrijzing, de ontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product, de bouwstop van de stikstofcrisis en de beschikbare zorgprofessionals. Ook het aantal wachtenden op een plaats in een verpleeghuis of in een verpleeghuiszorg thuis programma worden geschat evenals het aantal geïndiceerden bij het CIZ. Het tweede  scenario heet: Het gemeenschapsscenario: Dit gaat ook uit van bovengenoemde maatschappelijke ontwikkelingen maar voegt daaraan toe, dat zowel familieleden als wijkbewoners in hoge mate elkaar ondersteunen met mantelzorg, vrijwilligerswerk en buurtopvang. Ook is een uitgebreid program beschikbaar gericht op competentie verhoging van ouderen op digitaal terrein en op het terrein van zelfmanagement. De lijsten van Beter Laten en Beter Doen worden voor 100 procent opgevolgd. De coördinatiecentra functioneren overal in Nederland. De overheid introduceert financiële nudges om de gemeenschapszin te stimuleren. Het derde scenario heet Maatschappelijk Aanvaardbaar. Vier maatschappelijke partijen buigen zich over de eerste twee scenario’s: 1. Actiz, 2. V&VN, 3. Ouderenbonden en cliëntenorganisaties en 4. Woningbouwverenigingen. Zij geven aan in welke mate acceptatie door hun achterbannen is te verwachten voor elk van de twee scenario’s. Daarna pas, en niet eerder, zijn regering en parlement aan zet. Met deze vorm van beleidsvoorbereiding, -vaststelling en  uitvoering over ouderenzorg sluiten we aan op de aanpak bij het ontwerpen van een nieuw pensioenbeleid. Dat werd onlangs in de Eerste Kamer vastgesteld na jarenlange voorbereiding  onder leiding van de SER en CPB.   

Kortom 

De zorg voor de vergrijzende bevolking is voor zowel deze bevolking als voor beleidsmakers en onderzoekers een grijs gebied. Wij raden iedereen aan om rapportages op daadwerkelijke oplossingsgerichtheid te beoordelen en verder gezond te blijven: als het mis mocht gaan, dan staat er niet automatisch meer iemand klaar om te helpen. De vraag hoe het in de toekomst dus georganiseerd gaat worden moeten wij u helaas nu schuldig blijven. Wij kijken uit naar de hierboven genoemde scenario-aanpak. Er zijn al veel statistische gegevens verzameld. Het is de competentie van SER, CPB en RIVM om de cijfers in scenario’s te ordenen. 

Zoektermen voor het internet:   

Robert Mouton, Guus Schrijvers, vergrijzing, indicatie, SER, CPB, RIVM