Door Johan Mackenbach.
Sinds een jaar of tien heeft onder volksgezondheidsdeskundigen de overtuiging postgevat, dat de ‘gezondheid van de planeet’ een cruciale voorwaarde is voor de gezondheid van mensen. Klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, grootschalige milieuverontreiniging en andere overschrijdingen van ‘planetaire grenzen’ vormen een grote bedreiging voor de menselijke gezondheid wereldwijd, en ook in Nederland zijn de gevolgen van deze overschrijdingen al merkbaar. Daar moet dus met grote urgentie iets aan gebeuren, ook binnen de gezondheidszorg, onder meer door de zorg zelf zo snel mogelijk te verduurzamen. Zie hiertoe o.a. mijn eerdere bijdrage over Planetary Health in deze Nieuwsbrief.
Nederland leeft sinds 5 mei op de pof
Duurzaamheid staat sinds kort ook bij de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) op de radar, zoals blijkt uit het advies ‘Te heet onder onze voeten – gezond samenleven kan alleen op een gezonde planeet’. Het werd uitgebracht op 24 juli j.l., de dag die wereldwijd ‘gevierd’ wordt als ‘World Overshoot Day’. Dit is de dag waarop de wereld als geheel alle natuurlijke hulpbronnen heeft opgemaakt die de aarde in één jaar kan aanvullen. Nog verontrustender is het idee dat de Nederlandse ‘Overshoot Day’ nog veel eerder in het jaar viel, namelijk op 5 mei. We leven in Nederland sinds die dag op de pof bij ons nageslacht, dat maar moet zien hoe het onze rotzooi opruimt en de aarde weer leefbaar maakt voor mens, dier en natuur.
De RVS: minder vrijblijvend beleid in de zorg
Het is interessant om te zien hoe de RVS dit probleem aanvliegt. Voor de RVS is het opnieuw een voorbeeld van, in de woorden van het persbericht, “We willen gezondheid, maar faciliteren vooral zorg en houden een ziekmakende omgeving in stand.” De Raad pleit daarom voor een ‘duurzaamheidstransitie’ op vele vlakken, met wat de gezondheidszorg betreft “inzet op preventie, minder verspilling en planetair-vriendelijke werkprocessen”. De noodzaak van verduurzaming in de gezondheidszorg wordt weliswaar al langere tijd erkend, bijvoorbeeld in het kader van het Integraal Zorg Akkoord, maar de RVS heeft scherpe kritiek op het tempo waarin daadwerkelijk stappen worden gezet. De Raad pleit daarom voor minder vrijblijvendheid: “Via wetgeving, normering en financiering kan VWS de richting wijzen en een systeemverandering starten. Dat maakt het vanzelfsprekend om milieu-impact ook mee te wegen bij pakketkeuzes, diagnostiek en behandeling.”
Dat geldt ook buiten de zorg: degrowth
Voor wie het veld van de ‘duurzame zorg’ kent zal deze uitspraak geen verrassing zijn: hier valt inderdaad geen speld tussen te krijgen. Ik was nieuwsgieriger naar wat de RVS schrijft over het bredere kader: de gezondheidszorg is immers slechts één van de vele terreinen waarop verduurzaming noodzakelijk is. “Om […] te komen tot gezond samenleven binnen planetaire grenzen, zijn fundamentele veranderingen noodzakelijk. Allereerst, en bovenal, betekent dit dat we gezond samenleven binnen planetaire grenzen centraal moeten stellen. […] Dit vraagt om een benadering waarin binnen alle beleidsdomeinen aandacht is voor planetaire gezondheid.” Hierbij verwijst de Raad onder meer naar het “maatschappelijk debat over de vanzelfsprekendheid van vliegen en vlees eten” en een verschuiving van “de focus in de economie van welvaart naar welzijn, wat zichtbaar is in discussies over groene groei, post-groei en ontgroei, ofwel degrowth”.
Een oproep tot visie is nog geen visie
Daar lijkt het even spannend te worden, maar wie had gehoopt in dit advies een visie te krijgen op hoe een duurzame(re) samenleving eruit zou kunnen zien, zal nu enigszins worden teleurgesteld. “Dergelijke plannen vereisen echter altijd een zekere mate van politieke keuze en verdeling. Daarom geven we zulke inhoudelijke aanbevelingen in dit advies niet.” De Raad volstaat in plaats daarvan met een drietal “procesaanbevelingen”: meer inzicht ontwikkelen in de “effecten van beleidsmaatregelen op de gezondheid van zowel mens als planeet”, meer “gewicht geven aan gezond samenleven binnen planetaire grenzen in beleidsafwegingen”, en “voortdurend evalueren en bijstellen aan de hand van wat de effecten van maatregelen zijn, in termen van effectiviteit en rechtvaardigheid”.
Ook hier valt misschien geen speld tussen te krijgen, maar toch is het jammer dat de RVS niet wat meer richtinggevend heeft willen of durven zijn. We hebben, ook voor de gezondheidszorg, een stip op de horizon nodig die ons helpt om voorbij de kleine aanpassingen te zien, waar we uiteindelijk heen moeten. Misschien was de inschatting van de Raad dat een voorzichtiger advies in het huidige politieke klimaat het hoogst haalbare was.
De politieke bereidheid volgens de verkiezingsprogramma’s
Dat zou inderdaad weleens het geval kunnen zijn, want de politieke bereidheid om grote problemen als klimaatverandering en biodiversiteitsverlies te lijf te gaan lijkt behoorlijk tanende. We zien dat niet alleen in de Verenigde Staten, waar de regering-Trump het Amerikaanse klimaatbeleid afbreekt, en in de Europese Unie, waar de Green Deal door toenemende politieke tegenstand aanzienlijk is afgezwakt. We zien het ook in Nederland, waar in de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen minder prioriteit wordt gegeven aan beleid op het gebied van klimaat en milieu dan enkele jaren terug. Dit blijkt niet alleen uit de tekst van deze programma’s, maar ook uit de doorrekeningen die het Centraal Planbureau i.s.m. het Planbureau voor de Leefomgeving van de verkiezingsprogramma’s van veel partijen heeft gemaakt.
Alleen bij partijen als GroenLinks-PvdA, D66, SP, ChristenUnie en Volt is er nog ondubbelzinnige steun voor ambitieus klimaat-, milieu- en natuurbeleid, zonder de ‘mitsen en maren’ die we in de programma’s van VVD, CDA, NSC, SGP en Denk tegenkomen. Bij de laatste zien we nogal eens terugtrekkende bewegingen, in de vorm van verzet tegen wettelijk vastgelegde doelen, pleidooien tot behoud van de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven, of voorkeur voor Europese boven nationale maatregelen. In de programma’s van partijen als PVV, Ja21, BBB en FvD lezen we zelfs pleidooien voor afbouw van het huidige klimaat-, milieu- en natuurbeleid. Daar staat aan de andere kant van het spectrum aan opvattingen overigens één partij tegenover die ‘planetaire gezondheid’ helemaal centraal heeft gesteld in zijn verkiezingsprogramma, namelijk de PvdD.
Tot slot
Het is spijtig – maar was misschien onvermijdelijk, gezien de grote belangen die op het spel staan – dat het onderwerp van dit RVS advies zo gepolitiseerd is geraakt. Laten we hopen dat er na de a.s. Tweede Kamerverkiezingen toch een nieuw kabinet komt dat de ruimte krijgt om dit belangrijke advies uit te voeren.
Over de auteur
Johan Mackenbach is emeritus hoogleraar Maatschappelijke Gezondheidszorg(Erasmus MC). Hij is bereikbaar via j.mackenbach@erasmusmc.nl
Zoektermen voor het internet:
Johan Mackenbach, beleidsontwikkeling, klimaatverandering, biodiversiteit, milieuverontreiniging, planetary health, duurzaamheidstransitie, verduurzaming