Door Erik Buskens.
Het kan niemand zijn ontgaan dat we te maken hebben met een epidemie van overgewicht (>50% in enkele decennia verder toenemend naar bijna 2/3e), en dat is bijzonder slecht nieuws voor de volksgezondheid en de economie. Dat is schijnbaar een natuurwet, want alle preventiebeleid ten spijt is de trend van almaar stijgende percentages met overgewicht al decennia zichtbaar. Wellicht kun je het als quasi-wetmatigheid zien, want vanuit de evolutie ligt het diep in ons DNA verankerd dat we in tijden van overvloed “bunkeren”, om daaropvolgende schrale perioden of seizoenen door te komen. Echter, tijden van voedselschaarste komen in het grootste deel van de (zeker westerse) wereld niet meer voor. Op vrijwel iedere straathoek is onweerstaanbaar en relatief goedkoop, niet per sé gezonde voedingswaar (junk-food) te koop. Meer verantwoord goed bereid voedsel kost meer moeite en tijd om te bereiden en is niet goedkoper. Voor de voedingsindustrie en de bijbehorende afzetmarkt is dit onderdeel van hun businessmodel en het mag dan ook niemand verbazen dat consumptiemaximalisatie wordt nagestreefd. Dat is een economische wetmatigheid. Hoe meer we goedkoop ingekochte voedingswaar consumeren, hoe hoger de winsten voor de bedrijfstak. Consumptie wordt daarom gestimuleerd, in weerwil van het negatieve effect op zowel humane als planetaire gezondheid. Twee wetmatigheden samen maken een “perfect storm”.
Waar zagen we dat eerder?
Niemand wordt uiteraard verplicht dit type voedingswaar, met geoptimaliseerde mond en smaakbeleving, te kopen en te consumeren. En men beweert bij hoog en bij laag dat dit voedsel niet verslavend is, ook al maakt het, zoals geprogrammeerd in ons prehistorische DNA, direct een endorfinegolf vrij. Het eten van bijvoorbeeld zoet en vet maakt deze gelukshormonen vrij, waardoor stress afneemt en de stemming verbetert. Met marketingonderzoek zoekt de industrie steeds naar nieuwe varianten verleidelijke junk met dit effect, waarvan gepeperde chips een nieuwe loot zijn. Maar nee, niet verslavend hoor, hooguit verleidelijk en drempelverlagend. Inderdaad is junk-voedsel op zich niet direct giftig, of volgens de officiële definitie verslavend, maar zoet, vet, pittig en zout voedsel stuurt wel een zeer basaal bio-evolutionair mechanisme aan. Het zwakke vlees van de slappe individuen die geen weerstand bieden. Iedere consument is immers verantwoordelijk voor zijn eigen koopgedrag. Niets nieuws onder de zon, en precies dezelfde trucs die de tabaksindustrie ook al die tijd heeft gebruikt.
Beweging
Als we (heel) veel calorieën innemen hoeft dat op zich niet ongezond te zijn. Zo hebben wielrenners die de Tour de France willen volbrengen heel, héél veel energie nodig om überhaupt de eindstreep te kunnen halen. Maar wie levert nu dergelijke prestaties in het dagelijks leven? Zo ergens tussen 2000 en 2200 calorieën voor vrouwen en tussen 2500 en 2700 voor mannen (nog geen 1/3e van tourrenners) is voldoende voor de meeste mensen. Met bijvoorbeeld een pizza, een candybar en een milkshake of saucijzenbroodje heb je als vrouw je dagelijkse energiebehoefte al bijna gedekt. Helaas heb je dan aan vezels, micronutriënten en vitamines nog bijna niets binnen. De sleutel is natuurlijk de balans tussen inname en verbruik, rekening houdend met de voedingswaarde van het voedsel. Per levensfase veranderen metabolisme en beweegpatronen, maar ook historisch, met andere voedingspatronen, en wellicht spiermassa (zonder e-bikes, wasmachines, robotmaaiers en fysiek meer inspannend werk), werd per persoon meer energie verstookt. Het zal in ieder geval duidelijk zijn dat junkfood ofwel beter niet of heel weinig gegeten dient te worden, of gecompenseerd zou moeten worden met een heel actieve leefstijl en misschien wel supplementen. Vooralsnog staan individuen die in de supermarkten of bij het benzinestation hun keuzen moeten maken er alleen voor. Op dit vlak hebben we helaas vrijwel niets aan de nutri-score en deze helpt de gemiddelde burger dan ook nauwelijks een goed dieet samen te stellen.
Panacee
Met dank aan de farmaceutische industrie hebben we intussen gelukkig wondermiddelen ter beschikking, die ons helpen weerstand te bieden aan oer-neigingen en mechanismen. Semaglutide en vergelijkbare stoffen die intussen in rap tempo worden ontwikkeld (potentiële block busters immers), verhogen het gevoel van verzadiging en verminderen het gevoel van trek en honger. Ook vermindert het de voorkeur voor vetrijk voedsel, hetgeen leidt tot minder energie-inname en daardoor gewichtsafname. Je zou zeggen: “niets weerhoudt de vadsige mens er meer van om de slankere en gezondere, kortom gedroomde versie van zichzelf te worden”. Of toch wel? Er zijn zoals bij ieder geneesmiddel “wat” bijwerkingen, het effect verdwijnt bij staken van gebruik en omdat het om heel veel mensen gaat hangt er nogal een maatschappelijk prijskaartje aan. Voor het zorginstituut, dat de minister over het publieke zorgpakket adviseert, is dit een ingewikkelde casus, waarover het laatste woord nog lang niet is gezegd. Vooralsnog wordt semaglutide niet vergoed als afslankmiddel.
Preventie afgedaan
We weten intussen al lang dat gebruikelijke op individuele leefstijlkeuzen gebaseerde preventie-aanpak van het Nationaal Preventie Akkoord (NPA), waaronder de Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI), weinig helpt. Dat laatste is precies waarom big pharma zo haar uiterste best doet. Stel je voor, alleen al in de rijke Westerse wereld kampt de helft of meer van de bevolking (inclusief een flink deel van de kinderen) met overgewicht of obesitas, en wordt potentieel levenslang je klant. Je zou denken, het ideale geval van Baumol’s maximalisatie van revenuen principe. De vraag is echter of preventie zoals tot op heden toegepast (inclusief GLI) wel de juiste vergelijking oplevert voor een medicamenteuze en dus medicaliserende oplossing. Voor je het weet hebben we een kind met het badwater weggegooid en lopen we net als sommige pleitbezorgers van medicamenteuze oplossingen in een farmacologische fuik. Behept met conventionele opvattingen over wat preventie is en een korte termijn economische blik, klinkt het pleidooi zo gek nog niet. Kijken we echter naar IJsland, met het zogenaamde IJslandse model gericht op de (mentale) gezondheid van jeugd, dan blijkt overtuigend dat een doortastende regering wel degelijk iets kan bereiken. In Finland heeft men op vergelijkbare manier (Health in All Policies) de aan zoutconsumptie gerelateerde hoge ziektelast door hart- en vaatziekten weten terug te dringen. Laat niemand ooit meer beweren dat preventie een hopeloze zaak is, maar realiseer je wel dat de individuele benadering nauwelijks werkt en stigmatiserend is. We leven intussen in een samenleving die geduid kan worden als obesogeen, hetgeen zoveel betekent als een zeer overvloedig aanbod (meer dan 70% van het aanbod) van junk en zogenaamd ultra processed food in bijvoorbeeld de supermarkten, met veel energie en weinig nutriënten en een omgeving die bepaald niet uitnodigt om een actieve leefstijl vol te houden. Voor het leeuwendeel van de individuen is dit een gevecht tegen de bierkaai, en bijna op voorhand verloren dus. De huidige epidemie van overgewicht en obesitas mag dan ook niemand verbazen.
Een zijstapje
Even uitzoomen en wellicht krijgen we een beter beeld. Wat zien we dan nog meer? Onder andere een epidemie van ADHD, depressie en gegeneraliseerde angststoornissen onder kinderen en jongvolwassen, met andere woorden allerlei zeker niet denkbeeldige psychische problemen. De DSM-5 voorziet in een mooi raamwerk, en er zijn farmacologische hulpmiddelen waarvan is aangetoond dat die werkzaam kunnen zijn. Grijpen professionals daarom massaal en direct naar respectievelijk methylfenidaat, fluoxetine en/of benzodiazepines, omdat er geen andere wegen zijn die naar Rome leiden? Gelukkig niet, zullen de meesten van u zeggen. Soms is dergelijke therapie noodzakelijk, maar als we geen oog hebben voor het gezin, de (online) sociale omgeving of de gevolgen van bijvoorbeeld Corona maatregelen en direct naar een geneesmiddel grijpen, maken we dan geen (kunst)fout? Minder zware, met minder bijwerkingen en minder beperkingen gepaard gaande adviezen en behandelingen moeten eerst worden geprobeerd. Met reden worden als laatste redmiddel of ter ondersteuning pas farmacologische hulpmiddelen ingezet.
En de hopeloze almaar dikker wordende medemens dan?
Dat is natuurlijk wel een punt van grote zorg. Nog even uitgezoomd kijkend zien we veel en steeds meer mensen die worstelen met hun gewicht en hun energiebalans. Ruim meer dan de helft al in sommige wijken en dorpen. Dan valt toch moeilijk vol te houden dat al deze mensen gewoonweg hun verantwoordelijkheid niet willen of kunnen nemen. Alsof al die mensen willens en wetens afstevenen op diabetes, hart- en vaatziekten en kanker om maar wat te noemen. Net als in het zijstapje, zal opzij moeten worden gekeken. Hoe ziet de omgeving er eigenlijk uit, en wat schotelt deze de burgers voor? Dan valt op dat de commerciële belangen van de agrarische en voedingsindustrie, en de supermarkten en niet te vergeten politieke dogma’s prevaleren boven de belangen van de gezondheid van de burgers. Onder het mom van betutteling wordt nog steeds weggekeken en geen verantwoordelijkheid gepakt door de overheid, en al helemaal niet door de huidige regering.
Kortom
Het goede alternatief waartegen semaglutide zou moeten worden afgezet is dus niet preventie oude stijl (individuele voorlichting, (professionele) begeleiding en verantwoordelijkheid), maar Health in All Policies. Met de huidige beleidsmakers zit dat er helaas niet in, maar laten we het hoofd koel houden, zeker niet een “pil” voorschrijven, massaal protesteren en solidair blijven met individuen met overgewicht. Bij een volgende stembusgang wel even bedenken wat wij als bevolking daadwerkelijk nodig hebben. Wegovy, (what’s in a name) weg ermee….
Over de auteur
Erik Buskens is hoogleraar Population Health Management UMCG en Faculteit Economie en Bedrijfskunde aan de Rijks Universiteit Groningen en is Scientific Director Aletta Jacobs School of Public Health. Hij is bereikbaar via e.buskens@umcg.nl
Zoektermen op internet:
Erik Buskens, overgewicht, big pharma, preventie, semaglutide, voedingsindustrie, preventiebeleid, health in all policies, junkfood, voeding, obesitas