Door Marit van der Pijl, die hieronder haar proefschrift samenvat.
Besproken proefschrift: MSG van der Pijl, Learning from childbirth experiences: The importance of respectful care and consent during labour and birth, PhD Thesis, Vrije Universiteit Amsterdam, maart 2023
Op verzoek van de redactie gaat Van der Pijl hieronder niet in op de onderzoeksmethoden in haar proefschrift. Ook ontbreken de meeste referenties naar andere studies. Voor beschrijving van methoden en referenties kan de lezer terecht in het proefschrift zelf. Hieronder volgt een samenvatting van de resultaten uit de twee belangrijkste hoofdstukken.
Context van het proefschrift
Voor veel vrouwen is een bevalling een levens veranderende ervaring. Helaas blijkt deze ervaring niet altijd positief, wat invloed heeft op gezondheid en welzijn van zowel de vrouw als haar baby. Wereldwijd is er toenemend bewustzijn over niet-respectvolle zorg tijdens de bevalling, wat een negatief effect kan hebben op de bevallingservaring. Er zijn ook aanwijzingen dat vrouwen niet altijd vooraf om toestemming wordt gevraagd voor interventies tijdens de bevalling. Ook in Nederland zijn er signalen dat vrouwen niet respectvolle zorg ervaren. In 2016 was de eerste editie van de campagne #genoeggezwegen van de stichting Geboortebeweging. Hierbij konden vrouwen hun negatieve of traumatische ervaringen met de zorg tijdens de bevalling delen op sociale media. Duizenden vrouwen deden mee en de campagne kreeg veel media-aandacht.
Eerder onderzoek uit Nederland toont aan dat vrouwen die een traumatische bevallingservaring hebben gehad, dit vaak toeschrijven aan een gebrek aan communicatie, steun of controle (Hollander et al. 2017). Dit zijn belangrijke aspecten van respectvolle geboortezorg. Het lijkt erop dat vrouwen negatieve ervaringen hebben met de zorg tijdens de bevalling in Nederland. Er zijn echter nog geen cijfers voorhanden over hoe vaak dit precies plaatsvindt.
Doel van de promotie
Dit proefschrift richt zich op de mate waarin vrouwen in Nederland de zorg tijdens de bevalling als negatief (niet respectvol) hebben ervaren, en in hoeverre toestemming is gevraagd voor interventies tijdens de bevalling. Deze ervaringen vallen ook wel onder het concept obstetrisch geweld. Onderstaande beschouwing geeft inzicht in de twee belangrijkste hoofdstukken van het proefschrift.
Hoe vaak komen negatieve ervaringen met de zorg tijdens de bevalling voor?
Hoe vaak vrouwen een negatieve ervaring hebben met de zorg tijdens de bevalling, is onderzocht middels een nationale dwarsdoorsnedestudie met een vragenlijst. Deze studie richt zich op hoe vaak vrouwen de zorg tijdens de bevalling als negatief (niet respectvol) hebben ervaren en in hoeverre zij hier last van hadden of dit als vervelend hebben ervaren. Ook werd er onderzocht welke vrouwen hier meer of minder last van hadden. Voor dit onderzoek is een online vragenlijst ontwikkeld en werden respondenten geworven via sociale mediakanalen met behulp van influencers. De vragenlijst werd verspreid tussen oktober en december 2020 en stond open voor vrouwen die in de afgelopen vijf jaar waren bevallen. In totaal zijn 12.239 respondenten opgenomen in het onderzoek. Uit de resultaten bleek dat 21% van de vrouwen een negatieve bevallingservaring heeft gehad; de helft van deze vrouwen ervaarde haar bevalling zelfs heel negatief of traumatisch. Wat betreft de interacties met de zorg, werd een gebrek aan keuze het vaakst gerapporteerd (39,8%), gevolgd door gebrek aan communicatie (29,9%), gebrek aan steun (21,3%) en ruwe behandeling of lichamelijk geweld (21,1%). Er was grote variatie in hoeverre situaties als vervelend werden ervaren; iets meer dan een derde (36,3%) van alle vrouwen gaf aan ten minste één situatie te hebben meegemaakt waar zij last van had. Vrouwen die voor het eerst waren bevallen en vrouwen met een migratieachtergrond hadden vaker een negatieve ervaring met de zorg waar zij last van hadden. Vrouwen hebben dus regelmatig negatieve ervaringen met de zorg tijdens de bevalling in Nederland, en deze ervaringen worden vaak als vervelend ervaren.
Het is belangrijk om mee te nemen dat de studiepopulatie grotendeels bestond uit hoogopgeleide vrouwen van Nederlandse afkomst. Deze oververtegenwoordiging heeft invloed op de resultaten. Echter werd er in de studie gevonden dat vrouwen met een migratieachtergrond significant vaker disrespect en misbruik hebben ervaard tijdens de bevalling. Dit betekent dit dat het werkelijke percentage vrouwen dat hiermee te maken heeft gehad mogelijk nog hoger ligt dan de gerapporteerde cijfers suggereren.
Het vragen van toestemming: wanneer wordt daaraan niet voldaan?
Het vragen van toestemming aan de patiënt voor medische handelingen is een wettelijke en ethische vereiste. Toch was het een terugkerend onderwerp in meerdere onderzoeken van het proefschrift. Daarom is de hiernavolgende studie specifiek hierop gericht. Het doel van de studie was om te achterhalen hoe vaak en bij welke interventies er niet voldaan wordt aan de toestemmingvereiste tijdens de bevalling en/of er onvoldoende informatie was verstrekt aan vrouwen. Ook is onderzocht welke vrouwen hier last van hadden of dit als vervelend hebben ervaren. Tien interventies zijn onderzocht. De gegevens zijn verkregen via de eerder beschreven dwarsdoorsnedestudie. De resultaten laten zien dat het niet vragen van toestemming het meest voorkwam bij het toedienen van oxytocine (47,5%) en bij een episiotomie (41,7%). In sommige gevallen vonden interventies plaats hoewel de vrouw aangaf dit niet te willen. Dit kwam het meest voor bij bijstimulatie van de weeën (2,2%) en episiotomie (1,9%). Informatievoorziening werd vaak als onvoldoende ervaren, vooral wanneer er niet werd voldaan aan de toestemmingvereiste. Er was grote variatie in hoeverre vrouwen het niet voldaan aan de toestemmingvereiste als vervelend ervaarden, variërend van 6,9%-30,7% bij niet gevraagde toestemming, en 67,4%-92,7% bij het uitvoeren van een interventie tegen de wens van de vrouw in. Dit onderzoek laat zien dat er regelmatig geen toestemming wordt gevraagd aan vrouwen voor interventies tijdens de bevalling. Het is belangrijk dat er meer aandacht komt voor de persoonlijke voorkeuren van vrouwen bij het geven van toestemming in de geboortezorg.
Conclusie
Concluderend zien we dat de zorg rond de bevalling beter kan: één op de drie zwangeren heeft ten minste één vervelende ervaring met de zorg tijdens de bevalling, en één op de vijf ervaart haar totale bevalling als negatief. Dat zijn grote aantallen, die niet allemaal verklaard kunnen worden door – gelukkig zeldzame – momenten van echte spoed waarin een tekort aan uitleg of bedenktijd kan worden ervaren. Er wordt ook regelmatig niet voldaan aan de voorwaarden van toestemming voor interventies tijdens de bevalling, terwijl dit een ethische en wettelijk vereiste is.
Discussie over de conclusie: Meer bewustwording en voorbereiding nodig
Deze conclusie leidt tot de volgende discussiepunten:
- Het feit dat vrouwen relatief vaak de interactie met zorgverleners als negatief ervaren wil niet zeggen dat zorgverleners dit ook zo bedoelen. Zorgverleners werken hard. Zij hebben soms beperkte tijd en middelen om voor moeder en kind te zorgen. Zij willen geen negatieve ervaring veroorzaken. Toch kan dit wel gebeuren. Het is belangrijk dat zorgverleners zich bewust zijn van het feit dat negatieve ervaringen toch vaak voor blijken te komen: vrouwen ervaren hun handelingen tijdens de bevalling soms anders dan zorgverleners bedoelen. Oog voor het verschil in perspectief kan zorgen voor meer aandacht en zorgvuldigheid.
- Daarnaast is elke vrouw anders en kan dingen anders ervaren. Communicatie, steun en keuzes tijdens de bevalling moeten daarom afgestemd worden op de persoonlijke voorkeuren van de desbetreffende vrouw. Tijdens de bevalling kan het hectisch zijn en is er mogelijk weinig tijd om deze persoonlijke voorkeuren te achterhalen. Bij voorkeur worden de verwachte voorkeuren daarom alvast besproken tijdens prenatale controles in de zwangerschap, aangezien vrouwen dan meer tijd hebben om na te denken voordat de bevalling zich aankondigt.
- Daarnaast moet er ook oog zijn voor factoren binnen het zorgsysteem die een rol spelen in het ontstaan van de negatieve ervaringen met de zorg. Een tekort aan zorgverleners kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat er minder tijd beschikbaar is per zwangere. Ook ligt er veel focus op medische richtlijnen en protocollen, in plaats van de waarden en ervaringen van patiënten. De focus op het medische aspect is ook aanwezig in de maatschappij, waar het vaak gaat over de gezondheid van het kind en niet de rechten en wensen van de vrouw die het kind draagt.
Onderwijs
Zorgopleidingen zouden zich meer moeten richten op de emotionele- en ervaringsaspecten van de zorgverlening en het aanpassen van de aangeboden zorg aan de specifieke wensen en waarden van de zwangere, zodat dit meer ingebed raakt in het gehele gezondheidszorgsysteem. In het onderwijs (De auteur is werkzaam bij de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen) wordt het onderwerp steeds meer onder de aandacht gebracht tijdens colleges. Het feit blijft dat de zorgprofessionals in opleiding stagelopen in de huidige praktijk waar nog steeds veel misgaat. Daarom wordt er ook op stage terugkom dagen aandacht besteed aan de ervaringen van de student.
Naar een beter begrip van respectvolle geboortezorg
De auteur heeft op meerdere locaties, zoals zorgcongressen en de afdeling verloskunde in verschillende ziekenhuizen, presentaties gegeven over het onderwerp. Dit was met name gericht op bewustwording onder zorgverleners. Het onderzoek heeft meerdere keren aandacht gekregen in de vakpers. Een voorbeeld is het artikel in de Volkskrant (23 mei 2023) over het vragen van toestemming. Hierop volgde ook aandacht van NPO-radio 1 en het NOS-journaal. Dit heeft ervoor gezorgd dat de dialoog op gang kwam over het onderwerp.
Onderzoeker en verloskundige Rodante van der Waal heeft een proefschrift geschreven over obstetrisch geweld. Zij is op 10 februari 2025 gepromoveerd. Haar proefschrift draagt bij aan het begrip van wat obstetrisch geweld precies is, hoe het tot uiting komt in de Nederlandse context en hoe moeders, verloskundigen, doula’s en verloskundigen in opleiding omgaan met, medeplichtig kunnen zijn aan, en zich verzetten tegen deze vorm van grensoverschrijdend gedrag. Deze diepgaande kennis is waardevol om het probleem, samen met de cijfers uit Van der Waals onderzoek, verder te kunnen duiden.
Kortom
Om geboortezorg te verbeteren is een cultuurverandering nodig waarin communicatie en respect centraal staan. Veel winst is te behalen door het bieden van betere steun, betere communicatie, en meer respect voor de verschillende wensen, keuzes en voorkeuren van vrouwen. Het is belangrijk dat zorgverleners hier aandacht voor hebben en dat de organisatie van de geboortezorg dit mogelijk maakt. Dit vraagt om aanpassingen in zorgopleidingen, werkomstandigheden en beleidsvorming. Alleen zo zorgen we ervoor dat vrouwen een positieve bevallingservaring krijgen.
Over de auteur
Marit van der Pijl (PhD) is gezondheidswetenschapper en docent en werkt bij de Verloskunde Academie Amsterdam Groningen (AVAG). Na de Master Global Health heeft ze zich gespecialiseerd in onderzoek naar reproductieve gezondheid. Tussen 2016 en 2022 was zij werkzaam als onderzoeker/promovendus bij de afdeling Verloskundige Wetenschap van Amsterdam UMC, UMCG en AVAG. Vanuit de afdeling Verloskundige Wetenschap worden talloze onderzoekslijnen uitgezet voor de thema’s kwaliteit, organisatie en toegankelijkheid van de verloskundige zorg. Het onderzoek draagt bij aan continue kwaliteitsverbetering van de verloskunde (midwifery) en de geboortezorg in het algemeen.
Zoektermen voor internet
Marit van der Pijl, geboortezorg, instemming, toestemming, obstetrisch geweld, bevalling, eerste lijn, ziekenhuizen, geboortezorg, proefschrift