Door Marijke van Putten, psychiater.

Besproken rapport

Jenny Boumans, Hans Kroon en Bert van der Hoek, GGZ uit de Knel, Verkenning en mogelijkheden en valkuilen van het actuele hervormingsnarratief (120 pagina’s), Trimbos Instituut, 2023

Inleiding

In de hier besproken studie staan drie vraagstellingen centraal: Wat is er aan de hand in de ggz? Waar moet het heen? En wat is daarvoor nodig? De onderzoekers interviewden 44 stakeholders, waaronder vertegenwoordigers van diverse beroepsgroepen, bestuurders, wetenschappers, professionals en betrokkenen bij veertien beloftevolle praktijkinitiatieven. De auteurs onderscheiden drie knelpunten: een grotere toestroom naar de ggz, de groei van de wachtlijsten en de personeelstekorten. Zij onderkennen acht oorzaken van deze knelpunten zoals een complexere samenleving, medicalisering van psychisch en psychosociaal lijden en de gereguleerde marktwerking. Alle oorzaken liggen buiten de organisatie van de ggz. De 44 stakeholders bevelen zes bouwstenen aan voor nieuw beleid: promotie van mentale gezondheid; laagdrempelige hulp bij beginnende problemen; integraal samenwerken in de eerste lijn; samenwerken bij de poort van de ggz; jezelf en anderen leren helpen en ten zesde: geïntegreerde zorg en ondersteuning voor mensen met Ernstige Psychische Aandoeningen (EPA’s). In het opiniestuk hieronder ontbreekt een uitgebreide samenvatting van het rapport. Daarvoor verwijs ik naar de goed leesbare samenvatting in het rapport. Die telt acht pagina’s.

Weinig vertrouwen

Bij het lezen van dit rapport heb ik me afgevraagd waarom ik zo weinig vertrouwen heb in de aangedragen oplossingsrichtingen. Mijn conclusie is dat het probleem te groot is om met een beetje bijsturen uit de knel te komen. Het vraagt denkkracht vanuit andere domeinen en sectoren om tot andere oplossingen te komen in plaats van het voortbouwen op de al ingeslagen, veelal doodlopende wegen.In de analyse van de huidige knelpunten mis ik om te beginnen een aantal essentiële elementen:

• De GGZ heeft onvoldoende gebruik gemaakt van de mogelijkheden om met digitale zorg meer cliënten te behandelen met minder hulpverleners.

• De administratieve lasten zijn in de afgelopen jaren enorm toegenomen ( 30-50%) en ondanks vele mooie woorden en werkgroepen niet afgenomen

• Ervaringsdeskundigheid werd jarenlang niet bekostigd

• de PraktijkOndersteuner Huisartsen GGZ| heeft nieuwe groepen cliënten aangetrokken ( casefinding) met veelal lichtere problematiek. Het totaal aantal cliënten binnen de GGZ is daarmee groter geworden ( aanbod schept vraag). Het aandeel binnen de specialistische zorg is weliswaar afgenomen maar de zorgzwaarte is toegenomen en daarmee is het totale budget binnen de SGGZ nauwelijks afgenomen.

• De afbouw van bedden is niet gepaard is gegaan met een toename van intensieve ambulante zorg voor de groep mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA), aldus een eerder Trimbos rapport uit 2019 Hierdoor is vanuit de maatschappij de roep om meer bedden als oplossing logisch maar niet helpend om uit de knel te komen.

Fundamenten niet stevig

De bouwstenen bouwen voort op eerder gelegde fundamenten, maar de vraag is of deze fundamenten stevig genoeg zijn en of we niet een bouwwerk aan maken zijn dat gevoelig is voor de kleinste crisis zoals corona en personeelsgebrek? Ik noem enkele zwakke punten:

  • Het aanbieden van scholingsprogramma’s voor sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren is absoluut van belang, maar de vraag is wat gaat er dan af binnen het budget van het onderwijs? Minder gymnastiek, muziek, creativiteit, taal, rekenen?
  • Laagdrempelige hulp bij (beginnende) problemen heeft als grote risico dat we nog meer cliënten krijgen ( aanbod scherp vraag) met als gevolg dat een deel daarvan ook weer doorverwezen zal worden en het totaal aantal cliënten toe zal nemen zonder afnemende vraag in de Basis GGZ en Specialistische GGZ. De aanname dat dit zal leiden tot een afnemende vraag is niet onderbouwd!
  • Meer samenwerken met de eerste lijn is in de huidige tijd een panacee voor alles en huisartsen verzetten zich hier terecht tegen. Hoeveel tijd en kennis is nodig voor huisartsen om dit te realiseren en past dat binnen hun beroepsopvatting? Wat gaan zij niet meer doen?
  • Integraal kijken en samenwerken aan de poort vraagt een compleet andere aanpak aan de voordeur met hoogopgeleide professionals aan de poort en bij voorkeur ook mensen met eigen ervaring De Herstel Ondersteunende Intake HOI leidt tot 30 procent minder SGGZ inzet.
  • Van geholpen worden naar jezelf leren helpen, waar de herstelbeweging al vele jaren op gericht is, vraagt naast het opschalen van zelfregiecentra / herstelacademies om compleet andere interventies en een forse wijziging van de opleidingen van onze verpleegkundigen, psychologen en psychiaters.

De missende bouwstenen in mijn optiek zijn:

  • Het grootschalig inzetten op digitale zorg in al zijn facetten
  • Drastisch verminderen van administratieve lasten
  • Stoppen met zorg die niet effectief / efficiënt is

Averechts effect te verwachten van Trimbos pleidooi

Wanneer we het onderliggende fundament niet drastisch aanpakken door te stoppen met langdurige behandelingen die zelden tot betere resultaten leiden, door kortdurende zorg ook echt kort te maken ( max 5 gesprekken), bij voorkeur digitaal en gekoppeld aan zelfhulp en vaker aan de poort te verwijzen naar zelfregiecentra of digitale zorg, zullen de benoemde bouwstenen geen of zelfs averechts effect hebben.

De financiering zal de komende jaren ongewijzigd blijven en dus zullen we het moeten doen met het huidige systeem. Misschien is dat niet zo erg want aanpassingen hiervan vragen vaak enorm veel tijd en geld en leveren niet op wat we ermee willen bereiken.

Vele goede voorbeelden

Het rapport GGZ uit de Knel draagt een groot aantal mooie voorbeelden aan, passend bij de voorgestelde bouwstenen. Rijp en groen door elkaar, sommige nog in de ideeënfase, anderen al langere tijd actief en soms onderzocht. Natuurlijk jammer dat de HOI hier niet in staat als effectieve methode om de zorgvraag om te buigen en herstel vanaf de voordeur te starten en inmiddels in meerdere regio’s in Nederland geïmplementeerd en ook bij een groep huisartsen in Utrecht.

Helaas hebben we in Nederland nogal eens last van het not-invented-here probleem waardoor waardevolle initiatieven niet verspreid worden Dit is onder andere het geval bij (Optimaal Leven en bij @ease

Kortom

De fundamenten zoals in het rapport beschreven zijn onvoldoende stevig om op door te kunnen bouwen teneinde de GGZ uit de knel te halen. Het is teveel van hetzelfde met het grote risico dat dit het probleem niet alleen niet oplost maar zelfs groter maakt.

Terecht wijzen de auteurs op het feit dat de beleidsvoornemens uit de IZA niet wezenlijk verschillen van de beleidsvoornemens uit 2002 in de aanloop naar de Zorgverzekeringswet. Om te voorkomen dat we in 2042 opnieuw tot deze conclusie komen is het mijns inziens noodzakelijk om kennis en ervaring op te halen uit andere sectoren, waarin drastische veranderingen zijn geweest ( banken, winkels, reizen enz) en met social designers in zee te gaan om een ander fundament te creëren voor ons wankelende gebouw.

Over de auteur

Marijke van Putten (1957) heeft psychologie en geneeskunde gestudeerd en vervolgens in 1981 de opleiding tot psychiater afgerond. Na een aantal jaren in zowel het klinische als ambulante veld te hebben gewerkt is ze directeur ( waaronder directeur innovatie) en later bestuurder geweest bij GGZ Noord Holland Noord tot 2019. Belangrijke thema’s waar ze zich in binnen en buitenland mee heeft bezig houden zijn ambulantisering / deinstitutionalisering, digitalisering van behandeling en service, herstelondersteunende zorg en ervaringsdeskundigheid.

Zoektermen voor het internet:   

Marijke van Putten, Trimbos, Jenny Boumans, Hans Kroon en Bert van der Hoek, rapport, Ggz