Door Juultje Naber, onderzoeker bij Vilans.  

 In het Integraal Zorgakkoord (IZA) staat dat zorgprofessionals moeten samenwerken om de zorg goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. Maar hoe werken zij in de langdurige zorg nu samen aan kwaliteitsverbetering in de zorg in tijden van hoge werkdruk en veel administratieve rompslomp, terwijl zorgmedewerkers weinig autonomie ervaren? Hoe zorgen zij dat de mensen om wie het gaat, mee kunnen praten over kwaliteitsverbetering? Juultje Naber geeft antwoorden op deze vragen door in te gaan op de kwaliteitsscan van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg en de integratie van deze laatste in het generieke Zorgkompas.  

Zelfevaluatie aan de hand van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg  

Om de implementatie van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg in de praktijk te bevorderen startte het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)  in 2019 in samenwerking met kennisorganisatie Vilans het ondersteuningsprogramma Waardigheid en trots op locatie. Verpleeghuislocaties die deelnamen aan het programma startten met een Scan Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. In deze scan brengen locaties in samenwerking met een externe expert in kaart wat de kwaliteit van zorg is ten opzichte van het kwaliteitskader en welke verbeterpunten aandacht behoeven. De scan bestaat uit drie stappen: Eerst wordt er een zelfanalyse door middel van vragenlijsten afgenomen (vanuit de thema’s van het kwaliteitskader) bij een brede groep, namelijk cliënten, naasten, (zorg)medewerkers, management en bestuur. Vervolgens worden deze uitkomsten geanalyseerd door de externe expert, waarna er op basis van de analyse een gezamenlijk kwaliteitsgesprek wordt gevoerd met vertegenwoordigers van cliënten, medewerkers en management.  Samen met collega’s publiceerde ik een evaluatie van deze scan in een artikel in het Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen.  

De spiegel van kwaliteit  

Deze scan-aanpak geeft aan de hand van een zelfanalyse een gestructureerde manier om ervaringen breed op te halen op een locatie. Het gezamenlijk reflecteren op die informatie helpt om zicht te krijgen op hoe de zorg vanuit de verschillende perspectieven wordt ervaren. Kwaliteit is daarbij niet statisch, maar subjectief en afhankelijk van de context. Door daar de dialoog over aan te gaan en elkaar de spiegel voor te houden, vormt zich een rijk beeld en ontstaat er begrip voor elkaars perspectief. De kracht van deze spiegel is dat kwaliteit van binnenuit wordt geëvalueerd, samen met de mensen om wie het gaat. Dit leidt tot bewustwording ten aanzien van de betekenis van de kwaliteitsnormen en is de start van een gezamenlijk leerproces. Zelf in de spiegel kijken helpt, maar je wilt natuurlijk wel een goede spiegel hebben, daarbij helpt de blik van de externe expert. Neem bijvoorbeeld een wielrenner die sneller wil gaan fietsen. Je wil dan natuurlijk wel een ‘eerlijke’ snelheidsmeter. Soms helpt het dan als er iemand even meekijkt hoe je hem moet afstellen en aflezen. Maar uiteindelijk moet je echt zelf aan de slag, of dat nu is met je sport, goede voornemens of de zorgkwaliteit.  De externe expert speelt tijdens de scan een rol in het voorhouden van de juiste spiegel, maar uiteindelijk komt de evaluatie van binnenuit en worden er gezamenlijk prioriteiten en ambities bepaald om aan te werken.   

Een nieuw kwaliteitskompas… en nu?   

Het is goed om de dialoog aan te blijven gaan en elkaar de spiegel voor te blijven houden, of je nu werkt in de verpleeghuiszorg, de wijkverpleging, de geestelijke gezondheidszorg, de gehandicaptenzorg of zelfs in een hele andere sector. Waar moeten we met z’n allen aan voldoen en hoe staan we ervoor? Hebben we een gezamenlijke visie hoe we daar komen? Spreken we dezelfde taal? Hoe organiseren we de zorg rondom een cliënt zo goed mogelijk met de mogelijkheden en middelen die voorhanden zijn? Waar hebben we het nu precies over bij het woord kwaliteit?   

In maart 2023 heeft een brede groep partijen het nieuwe Generiek Kwaliteitskompas  ‘Samen werken aan kwaliteit van bestaan’ ingediend bij het Zorginstituut. De nadruk van dit kompas ligt op het voorkomen van een grotere zorgvraag door te kijken wat ouderen zelf en met elkaar kunnen en daarop de zorg aan te sluiten. Dit gebiedt een andere kijk op kwaliteit. Het kompas integreert het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg, het Kwaliteitskader Wijkverpleging en het Addendum over Wlz-zorg thuis, waarbij er ruimte wordt gemaakt voor wat anders moet en kan. Ook in dit nieuwe kompas wordt benadrukt dat we met elkaar de ruimte moeten benutten om vanuit verschillende perspectieven tot gezamenlijke antwoorden te komen op (complexe) vragen. De bouwstenen die benoemd worden in het kompas zouden daarbij gebruikt kunnen worden als basis voor de beschreven scan-aanpak. Zoals hierboven gezegd, biedt deze een spiegel en geeft een stem aan alle perspectieven.  Vele partijen werken deze maanden samen aan de doorontwikkeling van het Zorgkompas en de scan daarbij. Zij zijn nu bezig aan een concretiseringsslag van het kompas dat op 1 december opnieuw zal worden aangeboden aan het Zorginstituut. 

Over Juultje Naber  

Juultje Naber (1996) werkt als onderzoeker bij Vilans, kennisorganisatie voor zorg en ondersteuning op de afdeling Monitoring en Impact. Bij Vilans werkt ze voor het programma Waardigheid en trots voor de toekomst, waarbij er wordt gewerkt aan toekomstbestendige verpleegzorg. Daarnaast doet ze onderzoek in het gebruik van digitale zorg in de verpleeghuissector en de gehandicaptensector. Ze studeerde Human-Technology Interaction aan de Technische Universiteit te Eindhoven.  

Zoektermen voor het internet:

Juultje Naber, Kwaliteitskompas, verpleeghuiszorg, Vilans, zelfevaluatie, IZA, wijkverpleging, zelfevaluatie, langdurige zorg