Door Karel-Peter Companje, medisch historicus.
Scrofula of koningszeer
In het Historische feitje uit de vorige Nieuwsbrief Zorg en Innovatie konden we lezen hoe een schimmel als plaag van de goden pijnlijke en onfraaie baardschurft veroorzaakte. Een andere hals ontsierende en pijnlijke kwaal in de nek en het gezicht is scrofula of koningszeer.
Scrofula is een ontsteking van de lymfeklieren met tuberculeuze gevolgen, mogelijk trombose van de halsaders en kan doorzweren naar de huid. De ziekte kon zware verminkingen aan het gezicht veroorzaken, soms met de dood als gevolg. De oorzaak werd en wordt gezocht in het drinken van met de Mycobacterium tuberculosis besmette melk.

Diagnostiek in de Griekse en Romeinse tijd
In een Hippocratische verhandeling werd scrofula beschouwd als een teveel aan flegma of slijm: een van de vier lichaamssappen die met de zwarte gal, gele gal en het bloed in evenwicht moest zijn. De Romeinse arts Galenus (129-199) veronderstelde dat de kwaal spontaan kon genezen, maar ook zeer lang kon aanzweren. Hij dacht dat de ontsteking van de lymfeklieren mogelijk ook door een maagzweer veroorzaakt kon worden, die later in een scirrhuse aandoening veranderde. Galenus vertelde het verhaal van een onwetende arts, die bij het amputeren van de scrofuloze massa’s bij een jongen huid en zenuwen met zijn nagels afscheurde. De jongen genas, maar bleef sprakeloos achter.
Hildegard von Bingen over scrofula
Volgens Hildegard von Bingen (1098-1179), mystica en abdis van het Rijnlandse klooster Rupertsberg, werd scrofula verbonden met onevenwichtigheden in de lichaamssappen. Dit werd veroorzaakt door slechte voeding, ongezonde leefgewoonten, negatieve gedachten en emoties.
Zij beschreef zesentwintig middelen om scrofula te behandelen: tien plantaardige, vijftien dierlijke en fossiel ijs. Sommige middelen moesten worden aangebracht als een verpulverd kompres of als vettige zalf. Intacte scrofula kon worden behandeld met stekelige sla die met honing was toebereid. Scrofulae die al uitgebarsten waren dienden te worden ingesmeerd met zalf, samengesteld uit het gepoederde lichaam van een dode spreeuw.
De heilige Eligius en scrofula
De verbinding van genezing van scrofula met het spirituele vlak werd gemaakt door de verering van de heilige Eligius. Eligius (590-660) was hoefsmid, goudsmid en muntmeester onder de Merovingische koningen Chlotarius II en Dagobert I. In mei 641 werd hij tot bisschop van het bisdom Doornik-Noyon gewijd. Eligius, op zijn Brabants en Limburgs ook wel Liezejus, Eloy of Alo genoemd, werd na zijn dood aangeroepen voor genezing van zweren, kanker en andere kwalen zoals scrofula. Tegenwoordig wordt Eligius ook aangeroepen voor verzachting van prostaatklachten.
Opkomst en ‘succes’ van the royal touch
In de elfde eeuw ontstond het geloof in de erfelijke kracht van de Franse en Engelse koningen die als christelijke vorsten de goddelijke gave zouden bezitten om door aanraking zieken te genezen. In Engeland zou het Edward de Belijder (r. ±1042-1066) geweest zijn die als eerste koning de gave van de genezende royal touch zou hebben gedemonstreerd.

Volgens de Franse mediaevist M. Bloch was het koning Filips I (r. 1065-1108) die in Frankrijk wonderbaarlijke genezingen zou hebben verricht, maar daarover verschillen de collegae historici van mening. Het zou ook de Merovinger Clovis I (r. 481-511) geweest kunnen zijn.
Bij het uitoefenen van de royal touch werd vooral de nadruk gelegd op het genezen van scrofula, vandaar de naam koningszeer. Spontane genezingen leken mogelijk door het tijdelijk verdwijnen van de kwaal en dat leverde koninklijk en goddelijk succes op. Vermoedelijk ging het bij de koninklijke aanrakingen niet alleen om scrofula, maar ook om schurft, gangreen, kanker en fistels. Naast de aanraking zou ook de kus op de koninklijke ring genezing bieden, vooral voor krampen of epilepsie.
De royal touch voor het goddelijk recht op de Engelse troon
De ceremonie van de royal touch bleef in het Engels koninkrijk eeuwen in gebruik. Eenmaal per jaar werden zieken voor de troon geleid in de hoop genezing te vinden. Hendrik VIII (r. 1509-1547) ging er mee door, ondanks dat onder zijn regering de Rooms-Katholieke kerk werd verwisseld voor de Anglicaanse kerk. Zijn dochter Elizabeth I (r. 1558-1603) schafte het kussen van de ring af. Haar opvolger, de Schotse calvinist Jacobus I (r. 1566-1625), en diens zonen gebruikten de royal touch intensief om hun goddelijk recht op de Engelse troon te bevestigen. Of dit tot wonderbaarlijke koningszeergenezingen leidde, vermeldden de annalen niet.
Na de Engelse burgeroorlog en het protectorschap van Cromwell (1639-1658) zette Karel II (r. 16601685) de praktijk van de royal touch voort. De Nederlandse predikant Johannes Vollenhove (1631-1708) reisde van 17 mei tot 30 oktober 1674 door Engeland en beschreef een sessie van de royal touch door Karel II. His Majestie began first to Touch for the Evil according to costome. Thus, his Majestie sitting under his State in the Banqueting House: The Chirurgeons cause the sick to be brought or led up to the Throne, who kneeling, the King strokes their faces or cheekes with both his hands at once: at which instant a Chaplain, in his formalities, says, He puts his hands apon them, & healed them, this is said, to every one in particular: when they have all been touch’d, they come up againe in the same order, & the other Chaplaine kneeling & having a Angel penninge of gold, strung on white ribbon on his arme, delivers them one by one to his Majestie: who puts them about the neck of the Touched as they passe…

Het einde van de royal touch
De Nederlandse stadhouder Willem III (r. 1689-1694), die in 1688 de opvolger van Karel II, Jacobus II, afzette, beschouwde de royal touch als bijgeloof. Als een koningszeerlijder voor Willem werd gebracht sprak hij wel als zegen uit: God grant you better health and better sense. De ceremonie werd in 1732 uit het Anglicaanse Book of Common Prayer verwijderd. The illustrious Royal Family now on the Throne despise such childish Delusions, such little pious Frauds.
Het was het einde van een eeuwenoude spirituele wijze van zoeken naar genezing. Tegenwoordig wordt koningszeer gewoon als scrofula behandeld met combinaties van middelen als rifampicine, isoniacide en prednison. De Infectious Diseases Society of America beveelt een zesmaandse kuur aan met antibiotica. Of zou een presidentiële handoplegging werken?
Literatuur:
M. Bloch, The Royal Touch. Sacred monarchy and scrofula in England and France (Londen 1972).
G.R.W. Dibbets (ed.), Predikant en toerist. Het dagboek van Joannes Vollehove, Engeland, 17 mei-30 oktober 1674 (Hilversum 2001).
G.I. Duarte, F.C. Chuaqui, ‘Historia de la escrófula: de la discrasia humoral a la consuncion’, in: Revista médica de Chile 4 (2016) z.p.
R.S. Hoyt, Europe in the middle ages (New York 1956).
G.R. McRobert, ‘Healing by royal suggestion’, in: British Medical Journal 5 (1973) 494.
G. Moulis, G. Martin-Blondel, ‘Scrofula, the king’s evil’, in: Canadian Medical Association Journal 9 (2012) 1061.
D. J. Sturdy, The royal touch in England. Its evolution and practice from Roman antiquity to Modern Times (Stuttgart 1992).
https://www.huisseling.nl/sint-lambertuskerk/eligius-verering/, ingezien op 6 september 2020.
https://sosantwerpen.be/ziekte-in-de-kijker/scrofulose-of-koningszeer/, ingezien op 3 juli 2025.
Zoektermen voor internet
Karel Peter Companje, historisch feitje, royal touch, genezing, handoplegging, koningszweer, scrofula