Door Henk Schers, hoogleraar regionale netwerkvorming vanuit de huisartsgeneeskunde (Radboudumc) 

Inleiding 

De afgelopen tijd volgt het aantal publicaties over het gebruik van artificial intelligence (AI) in de huisartsenpraktijk elkaar in snel tempo op. Zo struikelde ik afgelopen maand over een stuk in de JAMA waarin de potentiële voordelen van AI in de Amerikaanse eerstelijnscontext stevig worden uitvergroot. De arts die het artikel schreef schetst het beeld van de fysieke wachtkamer die in de nabije toekomst nog steeds volstroomt met echte patiënten, maar waar de administratieve lasten als sneeuw voor de zon verdwijnen: de computer maakt de verwijsbrieven, vist alle relevante informatie op uit het elektronisch medisch dossier, ondersteunt de dokter met goede tips voor het handelen in de spreekkamer, en kan geholpen worden bij het stellen van de juiste diagnose. Inderdaad handige features, maar gaat dit het werk van de huisarts nu echt veranderen? Ja en neen waarschijnlijk, maar ik denk dat het veel interessanter kan zijn om AI in te zetten voor andere onderdelen van de zorg, maar daar moet dan wel ook gedegen onderzoek naar worden gedaan. 

Hoe digitaal is de huisartsenpraktijk 

Er is geen discussie over de snelle ontwikkeling van AI. De prestaties van bijvoorbeeld Chat GPT en andere Natural Language Processing modellen zijn indrukwekkend. Zal er in navolging van de AI-gestuurde taxi zonder taxichauffeur binnen vijf jaar ook een volledig AI -gestuurde én door de FDA goedgekeurde huisarts zijn? Mogelijk. Maar er is tegelijkertijd ook veel discussie over de beperkingen en nadelen van AI. Laten we eens beginnen met te kijken hoe digitaal de huisartsenpraktijk is, want zonder digitale data kan AI geen potten breken. De huisartsenpraktijk is ver met de digitalisering. Alle dossiers zijn digitaal; verreweg de meeste uitwisseling van informatie tussen zorgprofessionals is digitaal. Er komt heel weinig fysieke post over patiënten binnen, en als die al binnenkomt dan wordt die in het EPD gehangen, vaak als een PDF. Afspraken maken kan bijna overal digitaal, zonder tussenkomst van de praktijkassistente; en e-consulten of e-“Whatsappen” met de huisartsen is ook vrijwel overal mogelijk. En het aandeel digitale contacten groeit behoorlijk: op dit moment is in mijn praktijk ongeveer een op de drie huisartscontacten digitaal, en dat zal naar verwachting verder toenemen. Hier vindt ook de doorgeleiding plaats naar gezondheidsplatforms als Thuisarts.nl. Consultatie van specialisten gebeurt vaker digitaal door middel van meekijkconsulten of andere digitale consultatie. Door OPEN kan iedere patiënt in zijn of haar dossier, en de Persoonlijke Gezondheid Omgeving (PGO) zal op enig moment ook wel gaan functioneren. Tenslotte kunnen de meeste patiënten bij hun huisarts eigen gezondheidsgegevens toevoegen aan hun dossier, iets wat vooral bij chronische aandoeningen van belang is. Dat is veel minder het geval bij de “worried well”, want met big data over hartslag, zuurstofsaturatie, en slaapritme schieten we voorlopig niet veel op. 

AI en digitale eilanden 

Wat heeft AI in deze context van de huisartsenpraktijk te bieden? Of beter gezegd, wat kan AI met de grote uitdagingen waarvoor de huisartsenpraktijk zich gesteld ziet? Want naast de toename van administratieve lasten spelen er een aantal andere, nog veel grotere problemen op dit moment. Op de eerste plaats de tekorten aan huisartsen en ondersteunend personeel. Daarnaast de toename van hulpvragen aan de praktijk, de toename van mensen met chronische en GGZ-aandoeningen en tenslotte inefficiënte logistieke praktijkprocessen en beperkte samenwerking met andere disciplines. Dit laatste komt onder andere doordat er langzamerhand digitale eilanden zijn gecreëerd. Aan een deel van deze problemen kan AI in potentie iets toevoegen, hoewel – en dat zeg ik toch maar even – er nog geen enkel bewijs is dat de inzet van AI in de huisartsenpraktijk efficiënt, doelmatig of veilig is.   

AI en triage 

Er liggen kansen bij triage van hulpvragen en het beter toeleiden van patiënten naar geschikt aanbod. Helaas zijn de prestaties van AI op dit moment voor deze toepassing – de voordeur van de huisartsenpraktijk – nog teleurstellend. Omdat AI geen fouten mag maken, is triage vaak extreem veilig ingesteld, waardoor patiënten toch weer contact moeten opnemen met de praktijk. Bovendien is het een hardnekkig misverstand, niet alleen bij AI- technici, dat hulpvragen aan de huisartsenpraktijk vooral bestaan uit enkelvoudige klachten die een eenduidige diagnose verdienen en een algoritmische behandeling vragen. Dat is niet zo, de diversiteit aan vragen bij de huisarts is enorm, en de behandeling van al die verschillende vragen blijkt ook voor AI vooralsnog te complex. Ik zie hier, bij de groei aan digitale vragen van patiënten, op de korte termijn, veel meer kansen voor de inzet van GPT-achtige toepassingen om alvast antwoorden te genereren op digitale vragen die de huisarts vervolgens kan aanpassen. Dat zou echt tijd kunnen schelen.  

AI en de veranderende rol van de patiënt 

Een mooie toepassing voor AI kan ook liggen in het genereren van antwoorden op vragen die de huisarts op dit moment via digitale en meekijkconsulten stelt aan de medisch specialist, hoewel de huisarts zelf daar niet heel veel mee opschiet, behalve dat de antwoorden sneller komen. Ook bij de behandeling van veel chronische aandoeningen zou de inzet van AI voor lastenverlichting kunnen zorgen; veel van deze zorg is immers technisch gezien algoritmisch. Het zou ruimte creëren om het goede gesprek te hebben met de mensen die daar behoefte aan hebben. Ook veel praktijkprocessen zouden door AI ondersteund veel meer bij een deel van de patiënten zélf kunnen worden gelegd. Het zelf verantwoordelijk worden voor het aanvragen van regelmatige bloedtesten, voor controles, en voor herhaalreceptuur kan de praktijk potentieel handenvol werk besparen, uiteraard na fiat door de huisarts. Waarbij AI ervoor kan zorgen dat de praktijk bericht krijgt als iemand buiten de lijntjes kleurt. Tegelijkertijd moeten we niet vergeten dat deze gedroomde zelfregie een brug te ver zal zijn voor veel ouderen, voor kwetsbare groepen, en voor mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden.  

Kortom, er is wenkend perspectief, maar cruciaal onderzoek ontbreekt 

De belofte van AI is groot, maar als er iets héél hard nodig is, dan is het gedegen onderzoek naar AI-toepassingen in de huisartsenpraktijk: niet in de vorm van het werven van launching customers of het opzetten van seeding trials, maar gewoon goed wetenschappelijk onderzoek. De mogelijke invloed van AI op de inrichting van de praktijk zelf zal bovendien moeten worden bezien. In dat licht belooft het weinig goeds dat wereldwijd op dit moment slechts 3% van het onderzoek naar toepassingen van AI in de zorg wordt gedaan in de eerste lijn. En dat is een grote schande wat mij betreft. Politiek, overheid, en verzekeraars: word wakker! 

Zoektermen op internet: 

Henk Schers, digitalisering, AI, huisartsenzorg, eerste lijn, huisartsenpraktijk, triage