Door Robert Mouton en Guus Schrijvers, hoofdredacteur en redacteur van de Nieuwsbrief Zorg & Innovatie.
Een open brief
Op 20 februari schreef de KNMG in een open brief dat er enerzijds anders omgegaan moet worden met beïnvloeding van leefstijl en de sociale en fysieke omgeving en anderzijds met de gezondheidszorg die “dweilt met de kraan open”. De KNMG adresseerde de brief aan minister Schouten van Armoedebeleid en staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid. Zij pleit daarvoor in het licht van de rechten van burgers en met het oog op de volksgezondheid. Tal van instanties en eminente personen ondersteunen de open brief.
Het is een zorgvuldig en duidelijk gearticuleerde brief met een boodschap waar iedere medewerker in de (publieke) gezondheidszorg het hartgrondig mee eens zal zijn. Ondergetekenden van het voorliggende editorial, beiden redelijk goede kenners van de public health en de gezondheidszorg zien dit echter als een herhaling van zetten van reeds tientallen jaren. Dat maakt het niet minder ernstig, integendeel: blijkbaar lopen deze signalen tegen een muur aan in de werkelijkheid: het is juist extra ernstig.
Brede maatschappelijke focus
De brief heeft een duidelijk hogere sociaal-maatschappelijke insteek dan louter (volks)gezondheid.. Wij citeren er vier punten uit:
- De inzet op structurele verbetering van de bestaanszekerheid van mensen en het recht hierop, wettelijk te borgen. We hebben het dan over een stabiel en voldoende besteedbaar inkomen en de mogelijkheden tot gezond eten, onderwijs, gezond en veilig wonen en werken.
- Het ontwikkelen van beleid met ervaringsdeskundigen. We moeten niet oordelen over de keuzes die mensen maken vanuit armoede, maar de vraag stellen waarom ze die keuze maken. Kijk lokaal wat er nodig is en ga gezamenlijk aan de slag in de wijk. Hiermee brengen we ook de menselijke maat terug en het zo nodige vertrouwen in de overheid.
- Mee te werken aan de structurele verbetering van de gezondheid van de burger en dit te borgen. Daarvoor moeten lange termijn gezondheidsdoelen wettelijk worden verankerd zodat de urgentie om deze doelen te bereiken breed wordt gevoeld en opgevolgd.
- De gezondheidsproblematiek kan niet geïsoleerd aangepakt worden. Om te voorkomen dat mensen ziek worden, is het van belang dat de gezondheid van de burger uitgangspunt is bij elk beleid: Health in all policies. Er moet een beoordeling worden gemaakt over wat de impact op de gezondheid van de burger is, ongeacht door welk departement of welke decentrale overheid het beleid wordt gemaakt..
Als je dit vanaf enige afstand beschouwt dan vraag je je af wanneer, hoe en door wie deze punten omgezet (kunnen) worden in concrete acties. Tegelijk zijn het punten die in de politiek thuishoren en in partijprogramma’s en akkoorden opgenomen kunnen worden.
Zonder verder iets af te willen doen aan de boodschap van de KNMG geven wij hieronder schetsmatig aan dat hetzelfde probleemveld ook op een andere manier benaderd zou kunnen worden: met de wortel en de stok.
Besparingen en winsten
Vrijwel alle sociaal economische gezondheidsverschillen, de helft van het aantal hart- en vaatziekten en 30% van de kankersterfte is te voorkomen, en 20.000 doodsoorzaken zijn weg te nemen, evenals de oorzaken van één miljoen chronisch zieken (bronnen 1 en 2 en 3), Honderden miljoenen aan zorggeld (premie) is te besparen en een substantiële personeelswinst is te behalen als Nederlanders en masse gewoon besluiten niet meer te roken. Wat een offer: je leeft langer, gezonder, houdt geld over en bent ook nog eens solidair naar de premiebetaler en de patiënten die niet-rokend zorgbehoeftig worden (waar je er zelf mogelijk een van bent).
Maar dit werkt niet zo. We hebben immers de vrijheid om ongezond te leven, we hebben een goed lopende industrie die accijnzen in het laatje brengt, we hebben ernstige verslaving, we hebben een tabakslobby, we hebben gerichte verslavingsmarketing, we hebben (puberaal) groepsgedrag, vape-en pleistermogelijkheden, dus we kunnen schijnbaar alleen aan wat drempels sleutelen voor de aanschaf en het gebruik: verkooppunten, prijzen, plaatselijke rookverboden en wat kwaliteitsmonitoring.
Belonen en betalen
Als we de winnaars en verliezers hiervan nu eens naast elkaar zetten dan komen de volgende gedachten op: waarom betaalt de tabaksindustrie niet voor de verloren gezonde levensjaren in termen van het geld dat nodig is voor behandeling? Met een storting in een fonds is dat zo gebeurd. Waarom betaalt de roker niet meer premie (bij een overlijdensrisicoverzekering is dat ook het geval)? Ondermijn je daarmee de solidariteit of versterk je die nu juist? Waarom worden beginnende rokers niet door ouders of leraren ogenblikkelijk naar een afkickinstantie verwezen? Gecombineerd: waarom wordt een geslaagde stoppen met roken – cursus niet beloond met een lagere premie?
Dit zijn enkele gedachten rond roken: over vele leefstijl-gebieden bestaan soortgelijke ideeën. Als die ideeën niet in beleid worden omgezet dan vrezen wij dat het blijft bij goede waarschuwingen en oproepen, antimarketing (afzetten tegen gedrag en industrie) en grootse ideeën over publiekgerichte programma’s in o.a. gemeenten en wijken (GALA) waar de juistheid van de aangrijpingspunten en de effectiviteit nog van moet blijken. Dat laatste geldt natuurlijk ook voor geld-gemotiveerde ingrepen zoals hierboven beschreven, maar meer of minder geld is voor iedere instantie en ieder individu wel een bekend aangrijpingspunt.
Verankering
En voor degenen die (een beetje) anti-overheid zijn: Het motief en de opdracht van dit alles is al keurig verwoord in artikel 22, lid 1 van de Grondwet: De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid. Laat die overheid dus maar maatregelen treffen. En die overheid gaat wat verder dan een minister en een staatssecretaris; het betreft kabinet en parlement in zijn geheel, alsmede de provinciale en gemeentelijke overheden.
Zó waar!
Dag Guus en Robert, dank dat jullie je onvermoeibaar blijven inzetten voor de gezondheid van onze bevolking.
Een zeer terechte aanvulling op de brief van de KNMG!