Door Wink de Boer.

Na de coronapandemie bleken er veel patiënten te zijn die niet waren opgeknapt na een COVID-19 infectie; zij bleven ziek en vooral ook hondsmoe. De symptomen waren divers maar de grootste gemene deler was dat ze niet langer in staat waren om te werken of een normaal sociaal leven te onderhouden. Niemand kan het bestaan van het ziektebeeld van “long covid” of ook wel “post-covid syndroom” genoemd, nog ontkennen. Precieze getallen zijn er niet, maar volgens een rapport van het Maatschappelijk Impact Team (MIT) worstelen waarschijnlijk tussen de 60.000 tot 90.000 mensen in Nederland met langdurige long covid. 

Dolen door het zorgsysteem 

Hoewel de patiënten donders goed weten dat er nog geen genezende therapie is voor long covid, zijn zij toch naarstig op zoek naar erkenning, hulp, zorg en begeleiding. Ze zitten met heel veel vragen, willen weten of er toch niet iets anders aan de hand is en ze willen hun kwaliteit van leven verbeteren. Ze dolen door het Nederlandse gezondheidszorgsysteem, waar ze goedwillende professionals ontmoeten zonder enige kennis van dit nieuwe ziektebeeld. Veel patiënten vertellen ook schrijnende verhalen over botte specialisten die hun ziektebeeld niet serieus namen. Sommigen kregen verkeerde adviezen die hun situatie juist verslechterde. Omdat er geen betaaltitel is wordt deze zorg weggeschreven onder algemene weinig specifieke declaratiecode; De omvang van het probleem blijft daardoor onzichtbaar in de statistieken. De verhalen van heel veel individuele patiënten leren ons dat er veel zorgcapaciteit slecht, zeg maar zinloos, wordt besteed.  

Geen eigenaar 

Omdat long covid een systeemziekte is hoort het niet thuis bij een specifieke orgaanspecialist; niemand is eigenaar van het nieuwe ziektebeeld en dus bouwt ook niemand systematisch ervaring en expertise op zodat de zorg voor long covid patiënten in Nederland ook niet wordt verbeterd. Het gevolg? Deze groep krijgt geen erkenning en blijft zorg zoeken en capaciteit bezet houden terwijl ze er qua levenskwaliteit weinig mee op schieten. Dat dat dus anders en beter moet staat buiten kijf. De economische impact is ook enorm. Veel van deze patiënten werken niet meer en leven van een uitkering. Ook dat zou een driver moeten zijn om hier als maatschappij in te investeren. 

Een long covid expertisecentrum in Brabant  

In Brabant, waar de meeste long-covid patiënten wonen, hebben we daarom in samenspraak met de provincie Brabant een Expertise Centrum voor postinfectieuze ziekten op papier ontworpen. Een centrum wat wél kan voldoen aan de zorgvraag. Het centrum heeft een eigen zorgpad waarin een multidisciplinair team mensen begeleidt richting herstel. Een dergelijk centrum heeft professionals nodig die vol overgave met alleen dit ziektebeeld bezig zijn; je doet het er dus niet bij naast een andere baan. Zij moeten de kennis vanuit de literatuur en de kennis die het team in de praktijk verzamelt integreren om als lerende organisatie de zorg voor het ziektebeeld stapje voor stapje vooruit te helpen. Vanuit zo’n centrum onderhoud je dan ook de nationale en internationale contacten en implementeer je best practices uit het buitenland. Over wat zo’n centrum moet doen bestaat ook binnen patiëntenorganisaties grote overeenstemming. Maar een dergelijk centrum kost geld; geld voor salarissen; geld voor huisvesting en geld voor ICT. En geld … ,dat is er, ondanks twee moties van de Tweede Kamer die daartoe opriepen nog steeds niet. 

Zorgbudgetten zitten al overvol 

Toen de Nederlandse Medisch Specialistische zorg nog jaarlijks mocht groeien was ieder ziekenhuis altijd op zoek naar groei; dat was de tijd van de “snurkpoli”. Maar nu is er al jaren geen groei meer in de ziekenhuisbudgetten. Jaarlijks moeten ziekenhuizen de groeiende zorgvraag inverdienen met besparingen en efficiënter werken. Het is onder het juk van een reeds te krap budgetplafond dus niet mogelijk voor een ziekenhuis om nog eens 10-20 fte vrij te maken voor een nieuwe ziekte. Complicerende factor daarbij is dat de declaratiewaarde in DBC’s, door het ontbreken van een betaaltitel met passend tarief ook nog eens onvoldoende is om extra investeringen überhaupt te overwegen: dus ook al zou er budgettaire ruimte zijn dan nog zou sprake zijn van een verliesgevende activiteit. En dat is precies de benarde positie waar we met het huidige administratieve systeem in terecht zijn gekomen. Dat er behoefte is aan expertisecentra wordt dus algemeen erkend, maar als de vraag ter tafel komt wie dat moet gaan financieren dan wijzen VWS, ZN, individuele verzekeraars; NVZ en NZA vooral naar elkaar en is niemand bereid om deze extra kosten -want dat is ook echt waar we over praten- op te pakken. Hier wreekt zich dus het feit dat het systeem niet berekend is op een nieuwkomer. Een nieuwe ziekte die achteraf, als alles al is verdeeld, ook nog geld en middelen opeist, vindt de hond in de pot. En dat er sprake is van een nieuwe ziekte wordt steeds duidelijker, niet alleen uit bestudering van symptomen maar door gedegen wetenschappelijk onderzoek.  

Tuberculose 

Voor mensen die zeggen dat het Nederlandse zorgsysteem niet is ingericht om een specifieke vorm van zorg rond een individuele ziekte te organiseren zou ik het historische voorbeeld van TBC willen noemen. Ook dit was een ziekte die grote aantallen Nederlandse burgers trof en die grote economische consequenties kende. Toen koos Nederland er juist wel voor om specifieke expertise op te bouwen met artsen tuberculosebestrijding en zelfs de opnames te concentreren in sanatoria. 

Kuipers wil niet 

Op 9 december 2023 werd demissionair minister Kuipers in het programma Kassa geconfronteerd met de uitzichtloze situatie van long covid patiënten, maar hij bleef volharden in het standpunt dat long covid patiënten overal in het zorgstelsel terecht kunnen en dat off label therapie met geneesmiddelen zoals in Duitsland (drug re-purposing) schadelijk kan zijn. Nu de demissionair minister is opgestapt bestaat het risico dat we in een lange periode van besluiteloosheid terecht komen en dat zou dan slecht nieuws zijn voor de long covid patiënten die al zo lang wachten. Maar de huidige politieke situatie biedt ook een kans. De Tweede Kamer diende namelijk direct een amendement in op de begroting van VWS om geld vrij te maken voor long covid zorg. Dit amendement werd door de regering ontraden. Een stemming volgt medio februari. Als het amendement geen meerderheid haalt zijn we terug bij af. Als het amendement wel een meerderheid haalt dan ligt de bal vervolgens weer bij VWS. Die zal dan moeten beoordelen hoe en waar het extra budget zal worden besteed. In Brabant zijn we er al lang klaar voor; zodra er financiering is kunnen we met onze expertise een behandelcentrum direct starten. Mijn insteek is dus: barrières zijn er om geslecht te worden! 

Over de auteur 

Wink de Boer is MDL-arts in Ziekenhuis Bernhoven. Hij was daar ook bestuurder. Dagelijks wordt hij geconfronteerd met post-covid patiënten die gerichte multidisciplinaire zorg nodig hebben. 

Zoektermen op internet: 

Wink de Boer, covid, beleidsontwikkeling, ziekenhuizen, expertisecentra, long covid, post covid, wetenschappelijk onderzoek